Op de vierde zondag van de veertigdagentijd is de rode draad in de lezingen: het oude is voorbij, het nieuwe is er.
1e lezing | Het eerste paasfeest wordt herdacht in het beloofde land. De tijd dat het volk Israël een slavenbestaan leidde is voorbij, het nieuwe leven is er en wordt gevierd. |
Evangelie | Parabel over de 'verloren' zoon. Jezus vertelt dat hij terugkeerde naar zijn vader en er met open armen wordt ontvangen. Er wordt een groot feest georganiseerd. |
2e lezing | In een brief aan de Korintiërs schrijft Paulus dat voor christenen het oude voorbij is en het nieuwe er al is, dank zij de verzoening met God. |
Tussenzang | Psalm 34 bezingt wat in de lezingen gezegd wordt: 'God heeft mij gered uit al wat ik vreesde.' |