Loading...
 

2 Samuel 12, 1-17

2 Samuel 12, 1-7: David en Natan

De tekst

Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Jahwe stuurde Natan naar David.
De profeet vertelde aan de koning:
‘Er waren eens twee mannen, een rijke en een arme.
Ze woonden in dezelfde stad.
De rijke had heel veel schapen en runderen,
de arme maar een enkel lammetje, dat hij gekocht had.
Het was bij hem opgegroeid, tussen zijn kinderen.
Het dier at van zijn bord, dronk uit zijn beker
en sliep op zijn schoot. Het was net zijn dochter.
Op een dag kreeg de rijke man bezoek.
Hij kon het niet over zijn hart krijgen,
een schaap of rund uit zijn eigen kudde te nemen
om klaar te maken voor de reiziger die hem bezocht.
Daarom pakte hij daarvoor het lam van de arme.'

David was diep verontwaardigd toen hij dat hoorde.
Hij zei tegen Natan: ‘De man die dat gedaan heeft verdient de dood.
En het lam moet hij vierdubbel vergoeden, omdat hij zo iets ergs deed.'
Toen zei Natan tegen David: 'Die man, dat bent u!
Zo spreekt de God van Israël: Ik heb u gezalfd tot koning over Israël,
Ik heb u bevrijd uit de macht van Saul,
Ik heb u zijn huis geschonken en dat van Israël en Juda,
en als dat niet genoeg was geweest,
dan had Ik er nog evenveel aan toe willen voegen.
Waarom hebt gij het gebod van Jahwe met de voeten getreden
en gedaan wat Hij niet graag heeft?
Gij hebt de vrouw van Uria tot uw vrouw genomen
en Uria zelf vermoord door het zwaard van de Ammonieten.
Wel, het zwaard zal nooit meer wijken van uw huis,
omdat ge Mij hebt geminacht
en de vrouw van Uria tot uw vrouw hebt genomen.
Zo spreekt Jahwe: Voorwaar, Ik zal rampen over u brengen;
Ik zal uw vrouwen onder uw ogen van u afnemen
en ze geven aan uw vijanden.
Op klaarlichte dag zullen die met uw vrouwen gaan slapen.
Gij hebt stiekem gehandeld,
maar Ik handel op klaarlichte dag voor heel Israël.'

Toen zei David tot Natan: ‘Ik heb tegen Jahwe gezondigd.’
Natan zei: ‘Dan heeft Jahwe u deze zonde vergeven.
Maar omdat u zo de vijanden van Jahwe reden tot lasteren hebt gegeven,
zal het kind dat u gekregen hebt moeten sterven.'
Daarna ging Natan naar huis.

Het kind van de vrouw van Uria en David, werd zwaar ziek.
David bad tot God voor de jongen.
Hij vastte streng en ’s nachts ging hij slapen op de grond.
De belangrijkste mensen van het hof drongen er bij hem op aan
Om niet langer op de grond te slapen,
maar hij wilde niet luisteren. Hij wilde ook met hen eten.



Stilstaan bij ...

Natan
(= hij heeft gegeven)
Natan was profeet aan het hof van koning David. Hij moest de koning op godsdienstig gebied begeleiden en raad geven.

David
(= de geliefde of liefhebber)
Koning David had veel vrouwen. Voor een oosters koning was dat een teken van rijkdom. De Bijbel keurt dit noch goed noch af. Wat David verweten wordt is niet dat hij nog een vrouw wil, maar dat hij daardoor haar man benadeelt en hem zelfs het leven ontneemt.
Bijbelse rechtvaardigheid vraagt dat ieder aan zijn rechten kan komen.
(Lees meer)

Uria
(= JHWH is mijn licht)
Hij is een Hethiet en dus geen echte Israëliet. Toch blijkt hij een man uit één stuk te zijn.
In groot contrast met David, de koning van het volk Israël. Hiermee toont de schrijver aan dat een uitverkiezing door God geen garantie is voor een rechtvaardig leven.

Ammonieten
De Ammonieten waren verwant met de Israëlieten, toch waren hun contacten zelden vriendschappelijk. Ze bewoonden het koninkrijk Ammon dat lag ten oosten van de Jordaan en ten noordoosten van de Dode Zee. De hoofdstad was Rabbat-Ammon, het huidige Amman.





Bij de tekst

David / Saül

Deze tekst gaat over een dieptepunt in het leven van David. Hij vergrijpt zich twee maal aan het leven van Uria: hij neemt zijn vrouw en laat hem sneuvelen. Hij toont zich de sterkste en misbruikt zijn macht, net zoals Saül dat deed.

Toch verschilt David van Saül:
Saül wenste geen terechtwijzing van Samuël. David laat zich terugroepen en bestraffen. Hij beseft zijn schuld en gedraagt er zich naar, waardoor de weg van de toekomst open blijft: Batseba wordt later de moeder van Salomo, zijn opvolger.



David, de grote koning

Niettegenstaande men van David zijn zwakke plekken kent, toch ging hij de geschiedenis in als de ideale koning en herinnert men zijn tijd als een paradijselijke tijd voor Israël. Als men zich later een mooie toekomst voorstelt, blijft men zich spiegelen aan de figuur van David. Hij was de ideale Gezalfde, Messias, Christus. Het is daarom niet te verwonderen dat Jezus een aantal keer 'zoon van David' wordt genoemd (vooral bij de evangelisten Matteüs en Lucas).



Merk op

Doorheen een parabel wordt duidelijk dat het gemakkelijker is de misdaad van een ander te zien dan zijn eigen tekortkoming.


Omdat de schrijver op geen enkele manier de misdaad van de koning goedpraat, blijkt dat de koning van Israël geen absoluut monarch was zoals bij andere volkeren: hij blijft onderworpen aan de wetten van God. Het feit dat de koning niet geïdealiseerd wordt, typeert de opvatting van Israël over het koningschap.


God kiest de kant van de verdrukte. In dit geval: Uria. God kiest voor hem, zelfs al is hij geen Israëliet, maar een Hethiet.
God doet een beroep op het geweten van mensen om het goede te doen en het kwade te laten. Zeker het uitverkoren volk van God, het volk Israël, moet gewetensvol handelen.





Bijbel en kunst

M. CHAGALL

David en Batseba
Marc Chagall (1887 - 1985) werd geboren in wat nu Wit-Rusland is. Hij was een chassidische jood.

Chagall

Chagall maakte deze lithografie (35,8 x 26,5 cm) in 1956 toen hij in Frankrijk verbleef.

De gezichten van Batseba en David zijn versmolten tot één gezicht. De rechterhand van David is opvallend in beeld en bespeelt een harp. Een verwijzing naar David die psalmen schreef, liederen die met een harp begeleid worden.
Twee engelen geven aan dat God welwillend staat tegenover David, niettegenstaande zijn foute gedrag.



Y. F-SELASSIE

Batseba, de vrouw van Uria

Batsheba


In dit werk van de Ethiopische kunstenaar Yisehak F-Selassie laat op het eerste zicht het gelaat van Batseba zien. Haar gebroken oog kijkt naar de schaduw van haar man Uria (in het blauw).
Het lammetje in de linkerhoek onderaan verwijst naar de parabel van de profeet Elia.
Boven het lammetje zijn de stadsmuren te zien waarbij Uria de dood vond.

De Ethiopische kunstenaar (1964 - ) over zijn werk:
'All the elements of the Old Testament story of a lustful and murderous King David are depicted in a very different, yet no less inspired work, entitled "Bathsheba, the Wife of Uriah." Reflected in the blazing eyes of an otherwise abstract face is the plight of the victim, a faithful husband and honorable soldier, mercilessly sent to his death. Look carefully and you will see the outside of Uriah's house where he slept, rather than take advantage over his comrades, who were away at battle. In the foreground courtyard a door remains ajar, ominously pointing to the visit of the prophet Nathan, whilst an innocent lamb symbolizes the selfishness and ultimate condemnation of the king.'





Suggesties

Grote kinderen

VERDIEPEN

Spreken over fouten bekennen

(naar: Beloofd blijft beloofd, katechese voor de basisschool, Handleiding A, Zwijsen, 1986, p. 49)

Zeg zelf: 'Ik durf eerlijk te bekennen dat ik wel eens...'
Noteer wat je zegt op een groot blad.
De kinderen doen mee: 'Ik durf eerlijk te bekennen dat...'
Noteer beknopt wat de kinderen zeggen op het groot blad.

Bespreek dan:
- Hoe maak je zulke fouten weer goed?
- Kun je dat goed maken door er boete voor te betalen?

Zoek op wat men aan boete zou moeten betalen voor de verschillende foute dingen op het blad.
Laat de kinderen hierover meebeslissen.

Bijvoorbeeld:
Maya komt altijd te laat: 5 euro
Thijs zit nooit stil: 2 euro
Rina is jaloers op Sarie: 3 euro
Milo wil altijd de baas spelen: 10 euro

Dus: als er 20 euro betaald is, is alles geregeld.
- Klopt dat?
- Kun je dit afkopen?
- Aan wie zou je het geld moeten geven?
(De kinderen stellen vast dat dit niet zomaar te doen is)
- Hoe kun je die foute handelingen dan goed maken?





ZINGEN / BELUISTEREN

Over twee buren

(A. BOSCH, H. VAN GEENE, Beloofd blijft beloofd, A2- Bijbel, Zwijsen, 1986, p. 10)

Er waren eens twee buren,
twee buren heel bekend,
de een had zeven schuren,
de ander had geen cent.
De een had zeven schuren,
daarbij een grote stal,
wel zeven korenschuren
en schapen zonder tal.


De ander, arm gebleven,
had slechts een schaapje klein,
de rijkdom van zijn leven
dat was een schaapje klein.
Hij deelde met dat schaapje
zijn beker en zijn brood,
hij liet het veilig slapen
al in zijn eigen schoot.

Nu kreeg de rijke buurman
bezoek heel onverwacht,
hij was er overstuur van,
er moest een schaap geslacht.
Toen sloop hij naar de arme
en greep zijn schaapje vast,
hij stal het van de arme
als voedsel voor zijn gast.

De arme is gaan zoeken
maar vond zijn schaapje niet,
hij zocht in alle hoeken
en huilde van verdriet.
Hoe kan zoiets gebeuren,
hoe kan zoiets bestaan,
wat moet de man gebeuren
die zoiets heeft misdaan?


Bespreek
- Mag je zo iemand de waarheid zeggen?
...
Vertel dan over David en Batseba, en wat Natan deed.