31e zondag door het jaar B - tweede lezing

Hebreeën 7, 23-28: Een nieuwe hogepriester

De tekst

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1916)

De Levieten zijn sterfelijk, dus er moeten steeds weer nieuwe priesters komen. Maar Jezus leeft voor altijd. Hij blijft dus ook voor altijd priester. Daarom kan hij mensen die via hem bij God komen, voor altijd redden. Want Jezus laat ons niet in de steek.

Jezus is de hogepriester die wij nodig hebben. Want hij hoort bij God, en hij heeft nooit iets verkeerds gedaan. Hij is volmaakt goed. En hij woont niet tussen zondige mensen, maar bij God in de hemel.
De hogepriesters worden priester volgens de regels van de Joodse wet. Ze zijn mensen zoals iedereen. Daarom moeten ze elke dag offers brengen voor wat ze zelf verkeerd gedaan hebben. Pas dan kunnen ze offers brengen voor de fouten van andere mensen.
Jezus, onze hogepriester, hoeft niet elke dag te offeren. Hij hoefde maar één offer te brengen. Hij heeft namelijk zichzelf geofferd, toen hij voor de mensen stierf aan het kruis. God zelf heeft hem daarna in de hemel hogepriester voor altijd gemaakt. Dat deed God met een plechtige belofte. Die belofte zorgde ervoor dat de wet niet meer nodig was.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Vroeger moesten velen priester worden,
omdat de dood hun belette in functie te blijven.
Maar het priesterschap van Jezus is blijvend,
omdat Hij in eeuwigheid leeft.
Daarom kan Hij iedereen voor altijd redden
die via Hem bij God komen,
omdat Hij voor altijd leeft om voor hen te pleiten.

Zo’n hogepriester hadden we nodig:
iemand die heilig is, zonder schulden en zuiver,
gescheiden van de zondaars en hoog verheven boven de hemel.
Hij moet ook niet, zoals de hogepriesters,
elke dag opnieuw offers opdragen voor zijn eigen zonden
en daarna voor die van het volk,
want Jezus heeft dit eens voor altijd gedaan,
toen Hij het offer van zijn leven bracht.
De wet stelt als hogepriester mensen aan, die zwak zijn.
maar de eed, die uitgesproken werd na de wetgeving,
wijst de Zoon aan, die voor altijd volmaakt is.



Stilstaan bij …

Gescheiden van de zondaars
Jezus heeft in zijn bestaan zonde en dood op zich genomen, en heeft die toestand overwonnen.





Bij de tekst

Voor eeuwig priester

In het oude Verbond waren Joodse priesters tijdelijk priester, tot ze doodgingen.
In het nieuwe verbond tussen God en de mensen is Jezus priester voor altijd. Hij werd als hogepriester geroepen en aangesteld om door het offer van zijn leven eens en voor altijd God en de mensen te verzoenen.



Wortel in het Oude Testament

Psalm 110
Met de eed die uitgesproken wordt in Psalm 110 (vers 4), heeft God Jezus voor altijd aangesteld tot priester.
Joodse priesters zijn slechts tijdelijk priester – tot ze doodgaan.