Loading...
 

3e paaszondag C - eerste lezing

Handelingen 5, 27b-32.40b-41: Arrestatie van de apostelen

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1720-1721)

(De cursief gedrukte tekst komt niet aan bod in de liturgie van de 3e paaszondag C)

De apostelen werden meegenomen en naar de Joodse leiders gebracht. De hogepriester zei tegen hen: Wij hebben jullie verboden om de mensen dingen te leren over Jezus. Maar jullie zijn daar toch mee doorgegaan. Nu praat de hele stad over hem. En jullie geven ons de schuld van zijn dood.’
Petrus en de apostelen antwoordden: ‘Het is belangrijker om naar God te luisteren dan naar mensen. Jullie hebben Jezus aan het kruis gehangen en hem gedood. Maar de God van onze voorouders heeft hem uit de dood laten opstaan. God heeft Jezus de hoogste eer gegeven. Hij heeft hem uitgekozen als onze leider en onze redder. Door Jezus krijgt het volk van Israël de kans om een nieuw leven te beginnen. En om vergeving te krijgen voor al hun zonden. Over die dingen vertellen wij, met hulp van de heilige Geest, die in ons is. Want God geeft de heilige Geest aan de mensen die naar hem luisteren.’

De Joodse leiders hoorden wat de apostelen zeiden. Ze werden woedend, en wilden hen doden. Maar één van de leiders stond op. Het was de farizeeër Gamaliël. Hij was een wetsleraar voor wie het hele volk respect had.
Gamaliël zei dat de apostelen buiten moesten wachten. Daarna zei hij: ‘Mannen van Israël, denk goed na voordat jullie deze mannen doden! Want een tijdje geleden zei Teudas dat hij een bijzonder iemand was en dat hij het volk zou leiden. Hij kreeg ongeveer vierhonderd volgelingen. Maar toen werd hij gedood, en de groep van zijn volgelingen viel uit elkaar. Er bleef niets van over. Daarna kwam Judas uit Galilea. Hij begon een opstand tegen de Romeinen. Dat was in de tijd dat de keizer de inwoners van zijn rijk liet tellen. Maar ook Judas ging dood, en zijn volgelingen werden verjaagd. Daarom waarschuw ik jullie: Laat de volgelingen van Jezus met rust. Laat ze hun gang maar gaan. Want als hun werk niets met God te maken heeft, dan mislukt het toch wel. Maar als het Gods werk is, dan kunnen jullie niets tegen hen doen. Als jullie dat toch proberen, dan vechten jullie tegen God!’

De andere leiders waren het met Gamaliël eens. Ze lieten de apostelen weer binnenkomen en zeiden:
‘Wij verbieden jullie om over Jezus te spreken.’ De apostelen werden geslagen, en daarna werden ze vrijgelaten. De apostelen gingen weg. Ze waren er trots op dat ze beledigd en geslagen waren vanwege Jezus.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Dienaren van de hogepriester en de Sadduceeën
namen de apostelen mee en brachten hen voor het Sanhedrin.
De hogepriester begon hen te ondervragen:
‘Hebben we jullie niet heel duidelijk verboden
om te onderwijzen in die Naam?
Door jullie is heel Jeruzalem vol van jullie leer.
Bovendien stellen jullie ons aansprakelijk voor de dood van die man.’
Petrus en de andere apostelen antwoordden:
‘Men moet God meer gehoorzamen dan de mensen.
De God van onze vaderen heeft Jezus die jullie kruisigden,
doen verrijzen.
God gaf Hem als Leidsman en Verlosser
een plaats aan zijn rechterhand
om de Israëlieten te bekeren en hun zonden te vergeven.
Daarvan zijn we getuigen en ook de Heilige Geest,
die God gaf aan wie Hem gehoorzamen.’
Toen ze dit hoorden, werden ze woedend en wilden ze hen doden.
Nu was er in het Sanhedrin een Farizeeër, Gamaliël.
Hij was een wetgeleerde die erg gewaardeerd werd door het volk.
Gamaliël liet de apostelen even naar buiten gaan.
''Toen zei hij: “Mannen van Israël,
denk goed na over wat jullie met hen willen doen. ''
Voor onze tijd leefde Teudas. Hij wilde het volk leiden.
Ongeveer vierhonderd mensen volgden hem.
Hij werd gedood en al zijn volgelingen werden uiteengedreven.
''Na hem, toen er een volkstelling werd gehouden,
was er Judas de Galileeër. Hij had veel volgelingen.
Ook hij ging te gronde en allen die hem volgden, werden verstrooid.
Daarom zeg ik nu: laat die mensen hun gang gaan.
Als dit mensenwerk is, dan zal het op niets uitlopen.
Maar als het Gods werk is, dan kunnen jullie hen niet uiteen slaan.’
Het sanhedrin liet zich door hem overtuigen.
De apostelen werden terug binnen geroepen. Men liet hen geselen,
verbood hun te spreken in de naam van Jezus en liet hen vrij.
De apostelen verlieten het Sanhedrin,
blij dat ze waardig bevonden waren vernedering te lijden
omwille van de naam van Jezus.



Stilstaan bij …

Apostelen
(Grieks = iemand die gestuurd is)
Apostelen zijn gestuurd om de boodschap van Jezus overal te brengen.

Naam
In het oude Nabije Oosten lag in de naam het wezen en het levensprogramma van de drager.
Zo betekent de naam Jezus: ‘God redt’.
Ook God heeft een naam: JHWH: ‘Ik ben die Ik ben’ (Exodus 3, 14). In de loop der tijden werd de eerbied voor die naam van God zo groot zelfs dat men die naam niet meer uitsprak en verving door het woord ‘Adonai’ (= ‘Mijn Heer’).
Merk op dat de hogepriester het in deze tekst alleen heeft over de Naam en niet over Jezus - een manier om Jezus 'dood' te zwijgen?

Gehoorzamen
Merk op: voor Gamaliël is gehoorzamen: gehoorzamen aan mensen,
Voor Petrus is gehoorzamen: gehoorzamen aan God, die men meer moet gehoorzamen dan mensen.

Gamaliël
Gamaliël was een rabbijn, een Farizeeër, een lid van het Sanhedrin en een leermeester van Paulus (volgens Handelingen 22, 3). Hij was de kleinzoon van de bekende rabbijn Hillel en stond bekend als ruimdenkend en zeer gematigd. Hij verbeterde de juridische positie van de vrouw.

Teudas
Teudas was een joods revolutionair die van zichzelf zei dat Hij de Messias was. De Romeinse procurator Cuspius Fadus liet hem en zijn volgelingen doden. Volgens de Joodse geschiedschrijver Josefus trad hij op rond het jaar 44 na Christus, ongeveer tien jaar na de tijd waarin Lucas het optreden van Gamaliël situeerde.

Judas de Galileeër
Judas de Galileeër was een verzetsstrijder tegen het Romeinse gezag en een tegenstander van de volkstelling die Quirinius in 6 of 7 na Christus in Palestina hield. Hij vond dat de Joden moesten vrij zijn van elke vreemde overheersing en zeker geen belastingen moesten betalen van Rome. Hij verzamelde rond zich een groep volgelingen die zich met geweld tegen de telling verzetten. De meesten werden gevangen genomen, gemarteld en gedood, ook Judas.
Volgens de Joodse geschiedschrijver Josefus was hij de stichter van de Zeloten.





Bij de tekst

Wortel in het Nieuwe Testament

Volgens Lucas bereidde Jezus zijn leerlingen voor op wat hen te wachten stond:
“Maar nog voor dit alles geschiedt, zullen zij u vastgrijpen en vervolgen; zij zullen u overleveren aan de synagogen en gevangenzetten, u voor koningen en stadhouders voeren omwille van mijn Naam. Het zal voor u uitlopen op een getuigenis. Welnu, prent het u in, dat gij dan uw verdediging niet moet voorbereiden. Want Ik zal u een taal en een wijsheid geven, die geen van uw tegenstanders zal kunnen weerstaan of weerspreken. Ge zult zelfs door ouders en broers, door bloedverwanten en vrienden overgeleverd worden en sommigen van u zullen ze ter dood doen brengen. Ge zult een voorwerp van haat zijn voor allen omwille van mijn Naam."
(Lucas 21,12-17)



Context

Petrus en Johannes waren gearresteerd. De aanleiding hiervoor was de genezing van een verlamde man en de toespraak van Petrus waarin hij zei dat de genezing er kwam door ‘de Naam van Jezus Christus de Nazoreeër, die u hebt gekruisigd, maar die God heeft opgewekt uit de doden …’ (Handelingen 4, 10). De hogepriester, de Schriftgeleerden en de oudsten lieten Petrus en Johannes toen vrij op voorwaarde dat zij nooit nog tegen iemand mochten spreken met een beroep op die Naam. Maar de apostelen trokken zich niets aan van dit verbod.

Na de rede van Gamaliël kregen de apostelen opnieuw het verbod om te verkondigen en een beroep te doen op de Naam van Jezus. Maar opnieuw trokken ze zich niets aan van dit verbod en spraken verder over Jezus als de Messias.





Bijbel en kunst

ANONIEM

Gamaliël

Gamaliel MEminiatuur

Middeleeuwse miniatuur - Britisch Museum






J. TISSOT

De hogepriesters Annas en Kajafas

5 TISSOT Annas En Kaiafas 1886 94

Brooklyn museum - New York