Loading...
 

Exodus 33, 18-23

2 Foto


…page…

Exodus 33, 18-23: Mozes ‘ziet’ God

De tekst

Dichter bij de tijd

(C. Leterme)

Mozes vroeg aan God:
`Laat mij U toch zien.'
En God zei:
`Ik zal jou voorbijgaan
en in jouw bijzijn
zal Ik de naam Jahwe uitroepen.
Want Ik schenk genade aan wie Ik wil
en barmhartigheid aan wie Ik wil.'
Maar Hij voegde er aan toe:
`Mijn gelaat kun je niet zien,
want niemand kan mijn gelaat zien
en in leven blijven.'
Toen zei Jahwe:
`Hier bij Mij is nog plaats;
kom op de rots staan.
Wanneer Ik voorbijga
zal Ik jou in de rotsholte laten schuilen,
en als Ik voorbijga
zal ik jou met mijn hand beschermen.
Als Ik dan mijn hand terugtrek
Kun je Mij van achteren zien,
want mijn gelaat kan niemand zien.'





Bij de tekst

Beeld van God

God wordt hier uitgetekend in al zijn paradoxale kracht: nabij en veraf.

IMMANENTIE
Hij is midden in het Uittochtgebeuren aanwezig. Met Hem kun je spreken van aangezicht tot aangezicht

TRANSCENDENTIE
Hij overstijgt altijd weer de mens.
Hij is de ongrijpbare die alleen 'van achteren' te zien is (als mensen terugkijken naar een voorbije levensfase).





Suggestie

Grote kinderen

VERDIEPEN

God zien?

Bespreek met de kinderen:
In ons land zijn geen bergen …
… waar kunnen wij God ontmoeten? Waar is God?
… waar kunnen wij Hem zien? Hoe merken wij dat God er is?





EXTRA

Klik hier voor meer suggesties bij ‘God’.