Loading...
 

Ezechiël 12, 1-12

2 Rugzak

(Morguefile free stock photo license)


…page…

Ezechiël 12, 1-12: Ezechiël speelt straattoneel

De tekst

Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

God zei tegen me: ‘Mensenkind, je woont te midden van een opstandig volk, dat ogen heeft om te zien maar niets ziet, en oren om te horen maar niets hoort. Het is nu eenmaal een opstandig volk.
Mensenkind, pak zoveel bij elkaar als een balling kan meenemen
en vertrek overdag in ballingschap, in het zicht van iedereen. Voor hun ogen moet je uit je woonplaats vertrekken naar elders. Misschien komen ze dan tot het inzicht dat ze een opstandig volk zijn. Breng de bagage voor je ballingschap overdag voor hun ogen naar buiten
en vertrek tegen het vallen van de avond als een balling voor hun ogen. Maak voor hun ogen een gat in de muur en stap daar doorheen. Je bagage moet je voor hun ogen op je schouders laden en je moet in het donker vertrekken. Bedek je gezicht, zodat je het land niet kunt zien. Zo maak Ik je tot een teken voor het volk van Israël.’

Ik deed zoals mij bevolen was. Ik bracht de bagage die ik als balling nodig had overdag naar buiten, en tegen de avond maakte ik met mijn hand een gat in de muur. In het donker laadde ik voor hun ogen de bagage op mijn schouder en vertrok.
De volgende morgen vroeg God me: Mensenkind, heeft het volk van Israël, dat opstandige volk, je niet gevraagd: 'Wat doe je?'
Zeg tegen hen: Zo spreekt God: Dit is een boodschap voor de koning in Jeruzalem en voor heel het volk van Israël dat daar woont. Zeg tegen hen: ik ben voor jou een teken. Zoals ik gedaan heb, zo zal met hen gebeuren: ze zullen in ballingschap, in gevangenschap gaan. Hun koning zal in het donker zijn bagage op zijn schouder laden en de stad verlaten. Men zal een gat in de muur maken om hem naar buiten te laten. Hij zal zijn gezicht bedekken, want hij zal zijn land niet meer weerzien met eigen ogen.



Stilstaan bij …

Mensenkind
Hoewel Ezechiël als profeet de woorden van God spreekt, toch blijft hij een mens als ieder ander. Daarom wordt hij aangesproken met ‘mensenkind’.

Gat is de muur
Beeld voor de stad die veroverd is.





Bij de tekst

Straattoneel

De profeet moet gebaren dat hij het nodige bij elkaar zoekt om te kunnen vluchten en een gat in de muur slaat. Zo maakt hij duidelijk wat de gevolgen zijn als mensen het woord van God niet meer begrijpen en zich niet meer door zijn liefde laten raken.
In dit soort straattoneel speelt Ezechiël niet de rol van zomaar een vluchteling, maar van koning Sedekia en maakt hij duidelijk dat zowel de koning als het volk verbannen zullen worden.



Ogen

Het valt erg op hoeveel het woord ‘ogen’ gebruikt wordt in deze tekst. Het gaat om ogen die zien, maar vooral om ogen die niet zien, of zelfs letterlijk niet meer kunnen zien. Zo kon koning Sedekia niet meer zien omdat zijn ogen uitgestoken waren.