Loading...
 

Galaten 4, 22-24.26-27.31-5.1

2 Sinaï

(Morguefile free stock photo license)


…page…

Galaten 4, 22-24.26-27.31-5,1: Vrijheid en slavernij

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1854-1855)

In de boeken van de wet staat namelijk dat Abraham twee zonen kreeg. De moeder van de eerste zoon was een slavin, Hagar. Haar zoon werd op de normale, menselijke manier geboren. De moeder van de andere zoon was een vrije vrouw, Sara. Haar zoon Isaak werd geboren omdat God het beloofd had. Dat verhaal over Hagar en Sara heeft een diepere betekenis.
Dit is de diepere betekenis van de slavin Hagar: zij laat de oude manier zien waarop God met de mensen omging. Daarbij hoort de berg Sinai in Arabië, waar het volk van Israël de wet kreeg. Die wet beheerst je leven alsof je een slaaf bent, net zoals Hagar en haar kinderen. Daarbij hoort ook de stad Jeruzalem zoals die nu is: de stad van de wet en de tempel.
Dit is de diepere betekenis van de vrije vrouw Sara: zij laat de nieuwe manier zien waarop God met de mensen omgaat. Daarbij hoort het nieuwe Jeruzalem, dat in de hemel is. In de heilige boeken staat daarover: ‘Jeruzalem, je was een stad zonder inwoners. Je leek op een vrouw zonder kinderen, een vrouw die niet zwanger kan worden. Maar wees blij! Juich van vreugde! Want je zult weer inwoners krijgen, Jeruzalem. Je zult meer inwoners hebben dan je ooit hebt gehad.’
Wij horen bij dat hemelse Jeruzalem. En net als Sara zijn wij geen slaven. Wij zijn vrij!
Vrienden, laten we goed onthouden dat wij geen slaven zijn. Wij zijn vrij!
Christus heeft ons bevrijd. Daardoor kunnen we als vrije mensen leven. Houd dus vol en laat niemand je weer slaaf maken.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Er staat geschreven dat Abraham twee zonen kreeg,
een van de slavin en een van zijn vrije vrouw.
De zoon van de slavin dankte zijn leven aan de loop van de natuur,
de zoon van de vrije vrouw aan de kracht van de belofte.
Deze dingen zijn symbolisch bedoeld.
De twee vrouwen staan voor twee verbonden:
Hagar staat voor het verbond van de berg Sinaï, dat slaven voortbrengt.
Maar het hemelse Jeruzalem is vrij en dat is onze moeder.
Want er staat geschreven:
Wees blij, onvruchtbare vrouw, jij die niet baart,
jubel en juich, jij die geen weeën kent.
Want de kinderen van de vrouw zonder man zullen talrijker zijn
dan de kinderen van de vrouw die de man heeft.
Broeders, wij zijn dus geen kinderen van een slavin,
maar van de vrije vrouw.
Voor die vrijheid heeft Christus ons vrijgemaakt.
Houdt dus stand en laat je niet opnieuw het slavenjuk opleggen.





Bij de tekst

Achtergrond

Paulus vond iedereen dwaas die bereid was de christelijke vrijheid in te wisselen voor de joodse Wet. Joodse christenen vonden dat de besnijdenis niet-joodse christenen tot zoon van Abraham konden maken. Maar Paulus zegt dat dit niet nodig is: niet-joodse christenen zijn al ‘zonen van Abraham’ omdat ze zijn geloof delen. God aanvaardde Abraham al lang voordat Mozes er was.



Tegen de haren in strijken

Paulus schrijft in deze brief dat het Joodse volk afstamt Ismaël, want zijn volk ontving op de Sinaï de tien geboden en werd zo het volk van wie onvrij is. Terwijl Isaak een kind is van de Belofte en van de vrijheid. Zo zet Paulus de geschiedenis op zijn kop.
Hij laat zo duidelijk zien hoe negatief hij over de joden denkt: zij gaan met de Wet om als iets wat hen onvrij maakt.