Loading...
 

Jakobus 2, 1-9

Jacobus 2, 1-5: Behandel iedereen met respect

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1930-1931)

Vrienden, jullie geloven in Jezus Christus, onze Heer, die redding brengt. Daarom moeten jullie alle mensen op dezelfde manier behandelen.
Stel dat jullie als christenen bij elkaar zijn, en dat er dan twee mensen binnenkomen. De één is een rijke man, met een prachtige mantel aan en met gouden ringen aan zijn vingers. De ander is arm en draagt vieze, oude kleren. En stel dat jullie dan die rijke man met veel respect behandelen, en zeggen: ‘Kijk, hier is een heel mooie plaats voor u. Gaat u alstublieft zitten.’ Maar dat jullie tegen die arme man zeggen: ‘Blijf jij maar staan, of ga maar op de grond zitten.’
Stel dat jullie zoiets doen, dan behandelen jullie de één beter dan de ander. Dan beoordelen jullie mensen op een heel verkeerde manier.

Vrienden, luister! Wie zijn er door God uitgekozen? Juist de mensen die in deze wereld arm genoemd worden. Zij zijn door hun geloof rijk geworden: Gods nieuwe wereld is voor hen! Want God heeft de nieuwe wereld beloofd aan de mensen die van hem houden.
Jullie behandelen arme mensen zonder respect. Maar vertel eens, door wie worden jullie onderdrukt? En door wie worden jullie voor de rechter gebracht? Door de rijke mensen! Door wie wordt Jezus Christus beledigd? En door wie worden jullie als christenen belachelijk gemaakt? Door de rijke mensen!

Doe wat God in zijn volmaakte wet van je vraagt. Zo staat het in de heilige boeken: «Houd evenveel van de mensen om je heen als van jezelf.» Als je dat doet, dan leef je goed.
Maar als je sommige mensen beter behandelt dan andere mensen, doe je het verkeerd. Dan is het duidelijk dat je je niet aan Gods wet houdt.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Broeders,
het geloof in onze Heer Jezus Christus, de Heer der heerlijkheid,
gaat niet samen met partijdigheid en vleierij.
Veronderstel: tijdens jullie bijeenkomsten komt er een man binnen,
net gekleed en met gouden ringen aan zijn vingers.
Terzelfdertijd komt er ook een arme binnen in schamele kleren.
Als je nu vooral belangstelling hebt voor de rijk geklede man
en hem zegt: 'Kom, ga hier op deze goede plaats zitten,'
terwijl je tegen de arme zegt:
'Blijf daar maar staan' of 'Ga hier op de grond zitten',
merk je dan zelf niet op dat je oordeelt op verkeerde gronden?
Luister, lieve broers en zussen,
God heeft arme mensen uitgekozen om rijk te zijn in het geloof.
Wie van God houdt zal het rijk erven dat Hij beloofd heeft.

Maar jullie hebben de arme behandeld zonder respect.
Zijn het de rijken niet die jullie onderdrukken
en jullie voor de rechtbank slepen?
Zijn zij het niet die Jezus Christus door het slijk halen?

Als jullie handelen volgens het woord van de Schrift:
‘Hou van je naaste liefhebben als jezelf’, dan handel je juist.
Maar als je de ene partij beter behandelt dan de andere,
bega je een zonde en veroordeelt de wet je als overtreder.




Bij de tekst

Jakobus

Klik hier voor meer informatie over Jakobus, de schrijver van deze brief.



Inhoud van de brief van Jakobus

Wat Jakobus schreef ligt in de lijn van wat Jezus gezegd heeft, zelfs al nam Jakobus geen enkele uitspraak van Jezus op in zijn brief.
Daarin legt hij vooral nadruk op 'geloven'. Vanuit dat geloof handelen mensen. Doen ze dat niet, dan is hun geloof dood.





Suggestie

Grote kinderen

VERTELLEN

De bontjas

(C. LETERME, Een parel voor elke dag, uitgeverij Averbode 2007, p. 369)

Op een dag werd de Hodja uitgenodigd
voor een feest.
Omdat hij geen tijd had
om andere kleren aan te trekken,
ging hij er in zijn gewone kleren naartoe.
Toen hij er aankwam,
kwam niemand hem verwelkomen
of een glas muntthee inschenken.
Hij keerde zich om en ging terug naar huis.
Daar deed hij een nieuwe tulband aan
en een mooie bontjas.
Zo ging hij terug naar het feest.
De gastheer zag hem en vroeg:
‘Hodja! Hoe gaat het met u?
Komt u naast mij zitten?’
En hij schepte het bord van de Hodja vol
met de lekkerste hapjes.
Toen men begon te eten,
pakte de Hodja een punt van zijn jas,
stopte die in het bord en zei: ‘Eet, bontjas, eet!’
De gastheer zei: ‘Hodja, wat doet u nu?’
‘Ik laat mijn bontjas eten,’ zei hij.
‘Maakt u een grapje?’ vroeg de gastheer.
‘Nee,’ zei Hodja,
‘ik wist niet dat een bontjas kon eten.
Toen ik in mijn gewone kleren kwam,
heeft niemand mij verwelkomd.
Maar met deze jas aan, kwam u naar mij toe,
bood u mij de beste plaats
en zocht u voor mij de lekkerste hapjes.
Dat deed u voor deze bontjas
en niet voor de man die erin zit.’

Naar een islamitisch verhaal





Overweging

Gregorius de Grote

(paus uit de zesde eeuw na Christus)

De aarde is er voor alle mensen.
Daarom is alles wat ze voortbrengt voor iedereen.
Zij die dit geschenk van God
alleen voor zichzelf willen houden, zijn schuldig.
Ze hebben schuld aan de dood van hun broeders,
omdat ze hen laten omkomen.
Wanneer wij de armen de dingen geven
die broodnodig zijn om te leven,
dan geven we ze geen geschenk.
Wij geven hen dan terug wat van hen is.
Wij doen dan meer aan rechtvaardigheid
dan aan naastenliefde.