Loading...
 

Marcus 10, 2-12

Marcus 10, 2-12: De band tussen man en vrouw

Matteüs 19, 3-12 // Marcus 10, 2-12



De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1597)

Er kwamen ook farizeeën naar Jezus toe. Ze vroegen: ‘Mag een man scheiden van zijn vrouw?’ Ze hoopten dat Jezus iets verkeerds zou zeggen. Maar Jezus vroeg: ‘Wat staat daarover in de wet van Mozes?’ Zij zeiden: ‘Volgens de wet mag een man scheiden van zijn vrouw. Hij moet haar dan een scheidingsbrief meegeven.’
Jezus zei tegen hen: ‘Die regel is gemaakt voor mensen zoals jullie, die niet om elkaar geven. Maar al bij de schepping maakte God een man en een vrouw. Zo komt het dat een man niet bij zijn vader en moeder blijft. Hij gaat met zijn vrouw leven en ze worden samen helemaal één. Ze zijn niet langer twee, maar ze zijn samen één geheel. En wat God bij elkaar brengt, mag een mens niet scheiden.’
Toen ze weer thuis waren, vroegen de leerlingen aan Jezus wat hij precies bedoelde. Jezus zei: ‘Als een gescheiden man met een andere vrouw trouwt, dan gaat hij vreemd. En als een gescheiden vrouw met een andere man trouwt, dan gaat ook zij vreemd.’



Stilstaan bij …

Farizeeër
(= afgescheidene of afgezonderde)
Lid van een godsdienstige lekenbeweging, die ontstond in de tweede eeuw voor Christus. Een Farizeeër kende de wet van God nauwkeurig en leefde er ook naar.
Farizeeërs waren zowat de geestelijke leiders van het volk. Ze waren er erg om bezorgd dat iedereen de wet zou onderhouden. Daarom legden ze wat in de schrift stond vast in nauwkeurige voorschriften.
Gewone mensen keken met bewondering, waardering en ontzag naar hen op.

Mozes
Bevrijdde de Israëlieten uit Egypte en bracht hen tot aan de grens van het Beloofde Land.
In Israël vertegenwoordigt Mozes de wet. Lees meer

Scheidingsbrief
Wanneer een man zijn vrouw kwijt wilde (omgekeerd was niet mogelijk) moest hij haar een scheidingsbrief meegeven (Deuteronomium 24, 1-3). Wanneer zijn vrouw daarna met een ander huwde, kon hij haar niet meer opnieuw trouwen.
Nu zien sommigen deze scheidingsbrief als een soort wettelijke vorm van echtscheiding. Maar die brief kwam er om de vrouw, die toen zo goed als geen rechten had, toch een vorm van bescherming te geven. In de praktijk viel daar wel niet veel van te merken.

Echtbreuk
De Bijbel spreekt over echtbreuk als er sprake is van overspel. Echtbreuk werd altijd veroordeeld. Men sprak over echtscheiding als men besloot om het huwelijk te beëindigen, om welke reden dan ook. Wat de Bijbel zegt over echtbreuk kan men dus niet zomaar toepassen op echtscheiding.





Overweging

Frans Mistiaen s.j.

De huwelijksliefde: een verbondenheid die sterker is dan alle conflicten!

Is de huwelijksliefde verbreekbaar? In de praktijk wel.
Wij kunnen er niet naast kijken. Er vallen veel huwelijken uiteen.
Maar eigenlijk voelen wij aan: Dat zou niet mogen.

Wij kennen de zeer pijnlijke evolutie van sommige relaties,
met fouten langs beide kanten,
ook bij mensen die het heel goed menen,
maar waarbij iedereen ervaart
dat de situatie zo onhoudbaar is geworden
dat het beter is dat het koppel uit elkaar gaat,
met grote pijn, veel onmacht en miserie.
Soms blijkt dat, ondanks alle nadelen o.a. voor de kinderen,
samen-blijven nog meer vernietigend zou zijn.
Dan is het noodzakelijk dat het gezin uit elkaar gaat,
in ieder geval voor een afkoelingsperiode.

Want, hoezeer wij ook aanvoelen dat, in zulk een crisis,
alleen een afstand nemen, heilzaam is,
even sterk hopen wij in het diepst van ons hart,
dat de scheiding voorlopig is.
Wij voelen aan: Eigenlijk kan dit niet.
Wij hopen altijd dat twee mensen,
die elkaar echt diep hebben bemind,
ook deze crisis te boven kunnen komen.
Bij elke nieuwe huwelijksinzegening,
wensen wij aan het jonge koppel duurzame liefde toe.
En dat menen wij.
Wij geloven er echt in en willen hen daarbij ook helpen.
En bij een gezin in scheiding verlangen wij steeds
dat de bruggen niet volledig opgeblazen worden,
dat niemand een nieuwe toenadering in de weg zou staan
door verwijten en beschuldigingen
en dat het juridisch steekspel van rechten en plichten eisen,
wat mensen nog meer verdeelt, overstegen kan worden.
In de praktijk, bij onmenselijke situaties,
kunnen wij soms niets anders dan onze onmacht erkennen,
maar in feite hopen wij vurig
dat de liefde toch sterker is dan de verdeeldheid.

Is dat niet hetgeen het evangelie van vandaag ons leert
in de reactie van Jezus?
Hij weigert in te gaan op een discussie
over wat wettelijk wel of niet is toegelaten
bij een conflictsituatie in het huwelijk.
Maar Hij spreekt uit wat over de huwelijksliefde
diep in elk mensenhart leeft
en wat ook de droom van God is:
nl. dat de liefde sterker zou zijn dan alle conflicten.

Als Jezus herhaalt wat in Genesis staat:
"Wat God heeft verbonden, zal de mens niet scheiden!"
dan wil Hij hiermee niet zeggen
dat een kerkelijk ingezegend huwelijk nooit kapot kan gaan.
Jezus zegt wel: "Wanneer de liefde zo sterk wordt
dat zij een goddelijke band is,
dan kan geen menselijke kracht of onmacht
die liefde dodelijk bedreigen."
Hij veroordeelt dus geen enkele mens
die in een conflictsituatie is geraakt.
Hij nodigt alleen iedereen uit
de liefde heel diep en heel sterk te maken, goddelijk sterk.

Wanneer twee mensen hun liefde zo laten groeien
dat zij iets goddelijks ervaren bij elkaar,
dan kunnen zij niet liefhebben voor een beperkte tijd
of met voorafgaande voorwaarden.
Wie "goddelijk" liefheeft, wil voor altijd liefhebben
en ondanks alles, onvoorwaardelijk,
wat de beperktheid, de zwakheid of het ongelijk van de andere
ook zou kunnen zijn.
Zo onvoorwaardelijk immers heeft God ons lief.
Hij ziet ons graag, ondanks onze zwakheden en fouten.

Niemand kan verplicht worden tot zo'n hoog ideaal.
Dus moet onze kerkgemeenschap ook niet beschuldigen,
maar heel mild zijn tegenover diegenen
die in hun huwelijkstrouw getroffen worden.
Maar zij mag ook niet nalaten in naam van het evangelie
iedereen te blijven uitnodigen tot de moedige opdracht
om elke dag verder te werken
aan het overstijgen van de beperkingen binnen een liefdesrelatie.


Hoeveel mensen kunnen iets van dit "goddelijk" ideaal realiseren?
Meer dan wij denken!
Alleen komen zij niet in de sensatiepers.
Het is bewonderenswaardig hoeveel moedige koppels dagelijks
energie blijven steken in hun relatie
en zo nog meer ontdekken wat echte liefde is.
En dat kunnen allen nog het best leren
van God Zelf, stapje voor stapje.

Het helpt echt als wij kunnen geloven
en er ons dagelijks opnieuw van bewust worden
dat God ieder van ons onvoorwaardelijk liefheeft.
Dat brengt ons tot dankbaarheid,
tot bescheidenheid en tot mildheid, ook tegenover de anderen.
En het helpt als wij kunnen geloven dat God vergeeft.
Hij is niet streng voor onze vergissingen.
Hij telt onze fouten niet op.
Hij wreekt zich niet.
Hij bemint alleen nog veel meer.
Zo is het ook uiteindelijk alleen
door vergiffenis te vragen en te schenken
dat de liefde tussen twee mensen kan groeien.
Niemand wordt daar kleiner van. Integendeel.
Vergeving schenken wil altijd zeggen
de sterkste zijn in de liefde.
Vergiffenis schenken aan elkaar, maar ook aan zichzelf.
En dat tweede kan voor sommigen nog moeilijker zijn dat het eerste.

Dat is hetgeen wij, op uitnodiging van de Heer,
aan alle koppels toewensen, aan de verliefden,
zowel als aan de gekwetste partners:
dat hun liefde sterker zou zijn dan alle conflicten
en dat zij hun liefde zouden laten groeien
door moedig vergeving te schenken
aan elkaar en aan zichzelf.





Marc Gallant, trappist (Orval)

Naar het beeld van God

In Jezus’ tijd werd er door de Joodse rabbijnen heftig gediscussieerd over de echtscheiding. De school van de liberale farizeeër Rabbi Hillel wedijverde met de rigoristische Rabbi Shammaï. Hun meningsverschil ging over de aanvaardbare redens tot echtscheiding. Jezus wordt gevraagd stelling te nemen. De valstrik is duidelijk: als Jezus antwoordt, zal men hem kunnen bestempelen, of als laxist, of als rigorist.

Jezus ontwijkt die list en verzendt zijn belagers naar de bron van het debat: “Wat heeft Mozes u voorgeschreven?” (v.3). Het antwoord was niet moeilijk. Een vers uit het Deuteronomium opende de weg tot alle misbruik: “Het volgende kan zich voordoen. Iemand heeft een vrouw gehuwd, maar om een of andere reden is hij ontevreden. Hij schrijft een scheidingsbrief die hij haar bij haar vertrek meegeeft. Ze wordt de vrouw van een ander” (Deuteronomium 24, 1-2).
Jezus begint met de Wet van Mozes op haar juiste peil te plaatsen: “Omdat u verstokt van hart bent, heeft Mozes u dat voorgeschreven” (v.5). Hij zal echter zijn oordeel motiveren. Dat had Hij reeds gedaan voor de wet van Mozes over de Sabbat (vgl. Marcus 2, 23-28). Hij beroept zich, over de Joodse traditie heen, op de originele intentie van de Schepper (v. 6). Hij citeert het boek Genesis (Genesis 1, 27) dat de eenheid van man en vrouw voorstelt als de stevige basis waar de mensheid op gebouwd wordt. In hun geslachtstweeheid zijn man en vrouw geschapen naar “het beeld van God”. Daar, in het plan van God, bevindt zich de adeldom van hun eenheid. Jezus trekt er het gevolg uit dat de Schepper gewild heeft: “daarom zullen die twee maar één meer zijn” (v.7). Die eenheid, gewild door God, moet ten alle prijs bewaard worden.

“Dat de mens dus niet scheidt wat God verenigd heeft”, besluit Jezus daarop (v. 9). Het huwelijk is niet twee personen die zich verbinden, maar God die twee personen verbindt. In het huwelijk is men met zijn drieën. Er is dus maar een echt religieus huwelijk wanneer twee personen zich engageren in het liefdesverbond dat God hen aanbiedt. Dat veronderstelt het geloof (vgl. 1 Korintiërs 7, 12-15), en het verantwoordelijk engagement van een gerijpte beslissing. Op dit laatste punt zou de neurologische wetenschap, volgens dewelke de typische menselijke prefrontale hersenen, zetel van de persoonlijkheid, maar rijp zijn rond de 28 jaar, alle overhaast afraden.

Vanaf het begin is de Kerk geconfronteerd met gebroken en hervormde huwelijksverbanden. In elk geval moet men voor ogen houden dat het idee van Jezus niet gefundeerd is op een ‘legalistisch’ standpunt, en dat hij steeds met een ruim onthaal opengestaan heeft voor uitgeslotenen en zondaars (vgl. Marcus 2,15-17).