Loading...
 

Matteüs 13, 53-58

C. Leterme 2012Nazaret

Foto © Chantal Leterme (Nazaret, 2012)


…page…

Matteüs 13, 54-58: Geen sant in eigen land

Matteüs, 54-58 // Marcus 6, 1-6 // Lucas 4, 16-40



De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1545)

Jezus ging naar de stad waar zijn familie woonde. In de synagoge gaf hij de mensen uitleg over God.
De mensen waren erg verbaasd, en zeiden tegen elkaar: ‘Hoe komt hij aan al die wijsheid? Hoe kan hij al die wonderen doen? Hij is toch de zoon van de timmerman? Zijn moeder is Maria. Zijn broers zijn Jakobus, Josef, Simon en Judas. En zijn zussen wonen bij ons in de stad. Hoe kan het dan dat hij al die dingen doet?’
De mensen daar wilden niets met Jezus te maken hebben. Daarom zei Jezus: ‘Een profeet wordt door iedereen met respect behandeld. Behalve door de mensen in zijn eigen stad en door zijn eigen familie.’
De mensen in die stad hadden helemaal geen geloof. Daarom deed Jezus daar maar weinig wonderen.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

In die tijd begaf Jezus zich naar zijn vaderstad
en onderwees hen in hun synagoge,
zodat ze verbaasd zeiden:
'Waar heeft Hij die wijsheid vandaan
en de macht om wonderen te doen?
Is Hij niet de zoon van de timmerman?
Heten zijn moeder niet Maria
en zijn broers Jakobus, Jozef, Simon en Judas?
Wonen zijn zusters niet allemaal bij ons?
Waar heeft Hij dat allemaal vandaan?'
En zij namen aanstoot aan Hem.
Maar Jezus zei: 'Een profeet wordt overal geëerd
behalve in zijn eigen stad en in zijn eigen kring.'
En wegens hun ongeloof
deed Hij daar niet veel wonderen.



Stilstaan bij …

Vaderstad
In de gelijkaardige tekst bij Lucas werd ‘vaderstad’ vervangen door ‘Nazaret’.

Synagoge
(Grieks = bijeenkomst, vergadering)
In een synagoge komen joden bijeen om te bidden en de Bijbel te bestuderen.
Synagogen ontstonden tijdens de Babylonische ballingschap, toen de joden niet meer naar de tempel in Jeruzalem konden gaan. Ze zijn niet alleen religieus, maar ook sociaal gezien een belangrijke plaats.

Broeder
Een broeder is in de Bijbel niet alleen de zoon van dezelfde moeder, dat kon ook een neef en zelfs een volksgenoot zijn.

Profeet
Een profeet spreekt in naam van God: hij kan goed nieuws brengen. Dan verwoordt hij Gods beloften van zegen en geluk. Hij kan ook een concrete situatie aanklagen. Hij roept dan op om die te veranderen, en om te keren vanuit Gods droom over de wereld. Heel wat profeten werden niet graag gezien omdat ze durfden kritiek te geven en de mensen niet naar de mond praatten.

Behalve
Jezus’ optreden ligt in het verlengde van de grote profeten van Israël.
Voor de mensen van Nazaret was het moeilijk om in Jezus een profeet te zien. Ze kenden immers zijn ouders, zijn familie én zijn kleine kantjes.





Bij de tekst

Ken je taal

De uitdrukking ‘geen sant in eigen land’ vindt haar oorsprong in deze tekst. (Sant staat voor “sint”)
Deze uitdrukking betekent dat men niet als een heilige of een belangrijk persoon ervaren wordt in zijn eigen omgeving.



Profeten

Klik hier voor meer info over profeten.





Suggesties

Grote kinderen

INFORMEREN

Profeten

De Bijbel schrijft over profeten als over mensen die vol vuur een boodschap brengen van God. Zij spreken de mensen toe met woorden van God. Soms is het goed nieuws, soms is het slecht nieuws.

De profeten
. zij vertellen wat God wil van de mensen. (boodschap)
. zij roepen de mensen op om beter te gaan leven
. zij dreigen met straf als de mensen niet luisteren
. zij geven de mensen moed

De kinderen schrijven in vijf regels wat zij als profeet zouden zeggen. Ze houden hierbij rekening met de bovenstaande informatie.





EVEN TESTEN

Profetische woorden

Heeft Jezus de volgende woorden uitgesproken?
- Hou van je vijanden.
- Indien je mij uitlacht, dan zal ik jou uitlachen.
- Wie een vis vangt, zal zelf gevangen worden.
- Gelukkig ben je als men je beledigt omwille van Mij.
- Als iemand je een klap geeft op je rechterwang, keer hem dan ook de linkerwang toe.
- Wie zijn leven wil redden, mag niet in het water springen.
- Geef aan wie jou iets vraagt.
- De dag komt dat de mens verstoord zal worden in zijn slaap.
- Indien je voet je doet vallen, laat hem dan thuis achter.
- Gooi jullie parels niet voor de varkens.
- Voordat de haan kraait zal Petrus driemaal gefloten hebben.
- Een kameel gaat gemakkelijker door het oog van een naald dan een rijke in het rijk van God.



Correctiesleutel
Deze woorden sprak Jezus uit:
- Hou van je vijanden. (Matteüs 5, 44)
- Gelukkig ben je als men je beledigt omwille van Mij. (Matteüs 5, 11)
- Als iemand je een klap geeft op je rechterwang, keer hem dan ook de linkerwang toe. (Matteüs 5, 39)
- Geef aan wie jou iets vraagt. (Matteüs 5, 42)
- Gooi jullie parels niet voor de varkens. (Matteüs 7, 6)
- Een kameel gaat gemakkelijker door het oog van een naald dan een rijke in het rijk van God. (Matteüs 19, 24)


TIP
Duid zelf het kind aan dat moet antwoorden om te vermijden dat steeds hetzelfde kind antwoordt.





VERDIEPEN

Jezus in mijn leven

Materiaal
Werkblad


Verloop
Bespreek:
- Hoe laat Jezus zich kennen?
(Door wat Hij zegt, door wat Hij doet)
- Welke woorden van Jezus ken je?
- Welke woorden van Jezus wil je zeker niet vergeten?
- Wat heeft Jezus gedaan?
- Hoe kun jij doen wat Jezus deed?
De kinderen vullen nadien het werkblad in.