Rechters 9, 6-15

2 Braamstruik

(Morguefile free stock photo license)


…page…

Rechters 9, 6-15: De fabel van Jotam

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 369)

Daarna gingen alle inwoners van Sichem en van Bet-Millo naar de eik bij de heilige steen van Sichem. Daar maakten ze Abimelech koning.

Toen Jotam hoorde dat Abimelech koning geworden was, ging hij op de top van de berg Gerizim staan. Hij riep tegen de leiders van Sichem: ‘Luister goed naar mij. Dan zal God ook naar jullie luisteren!’
Toen vertelde Jotam een verhaal. Hij zei: ‘Op een dag wilden de bomen een koning hebben. Ze vroegen aan de olijfboom: ‘Wil jij onze koning worden?’ Maar de olijfboom antwoordde: ‘Waarom zou ik jullie koning willen worden? Dan zou ik geen olijven meer kunnen geven voor olijfolie, die gebruikt wordt om de goden en de mensen te eren!’
Toen vroegen de bomen aan de vijgenboom: ‘Wil jij onze koning worden?’ Maar de vijgenboom antwoordde: ‘Waarom zou ik jullie koning willen worden? Dan zou ik geen heerlijke, zoete vijgen meer kunnen geven!’
Toen vroegen de bomen aan de druivenplant: ‘Wil jij onze koning worden?’ Maar de druivenplant antwoordde: ‘Waarom zou ik jullie koning willen worden? Dan zou ik geen druiven meer kunnen geven voor wijn, waar de goden en de mensen vrolijk van worden!’
Toen vroegen de bomen aan de doornstruik: ‘Wil jij onze koning worden?’ En de doornstruik antwoordde: ‘Als jullie mij echt koning willen maken, dan mogen jullie in mijn schaduw komen zitten. Maar pas op! Als jullie me voor de gek houden, zal er vuur uit mijn takken komen. En dan zullen alle cederbomen van de Libanon-bergen verbranden!’’



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

In die tijd kwamen de bewoners van Sichem en Bet-millo bijeen
bij de eik, die bij de steen in Sichem staat.
Daar riepen ze Abimelek uit tot koning.
Toen dit Jotam dit hoorde,
ging hij naar de top van de Gerizzim en riep luid:
'Bewoners van Sichem, luister naar me,
dan zal God naar jullie luisteren.

Op een dag gingen de bomen op stap om een koning te zalven.
Ze vroegen aan de olijfboom: ‘Wil jij onze koning worden?’
Maar de olijfboom zei: ‘Dan moet ik ophouden de olie te geven,
waarmee goden en mensen geëerd worden
en dan moet ik boven de andere bomen gaan wuiven.’

Toen vroegen de bomen aan de vijgenboom:
‘Wil jij onze koning worden?’
Maar de vijgenboom zei:
‘Dan moet ik ophouden mijn zoete en heerlijke vruchten te geven
en boven de andere bomen gaan wuiven.’

Toen vroegen de bomen aan de wijnstok: ‘Wil jij onze koning worden?’
Maar de wijnstok zei: ‘Dan moet ik ophouden mijn sap te geven,
dat goden en de mensen blij maakt,
en boven de andere bomen gaan wuiven;’

Toen vroegen alle bomen aan de doornstruik:
‘Wil jij onze koning worden?’
En de doornstruik zei tegen de bomen:
Als jullie me echt tot koning willen zalven,
kom dan maar schuilen in mijn schaduw.
Anders zal er van mijn takken een vuur uitgaan,
dat zelfs de ceders van de Libanon verteert.’



Stilstaan bij …

Steen
Hiermee wordt een gedenkteken bedoeld.

Jotam
(Hebreeuws = De Heer is volmaakt)
Jotam was een zoon van Gideon. Volgens de Bijbel liet zijn broer Abimelech na de dood van Gideon al zijn broers vermoorden (behalve Jotam die kon ontsnappen) en zich tot koning uitroepen van Sichem.

Olijfboom
Olijfbomen zijn uiterst waardevolle bomen: ze zorgen voor olijven als voedsel, maar ook als bron van olijfolie. Bovendien is het hout van een olijfboom geschikt om er meubels van te maken.

Ceder
De ceder is een naaldboom, waarvan het hout goed bouwmateriaal is: David liet cederhout gebruiken bij de bouw van zijn paleis, Salomo bij de bouw van de tempel.
In de Bijbel is de ceder het beeld van kracht, macht en verhevenheid.

Libanon
Land ten noorden van Israël.





Bij de tekst

Context

Omdat Abimelech, de zoon van rechter Gideon, koning wilde worden, vermoordde hij met een bende 'leeglopers en avonturiers' uit Sichem zijn zeventig broers. Alleen de jongste broer, Jotam, wist te ontkomen. Toen de inwoners van Sichem bij de vlakte van de terebint waren verzameld om Abimelech tot koning uit te roepen, sprak Jotam hen vanaf de top van de berg Gerizim toe. Deze toespraak is bekend als de fabel van Jotam.
Daarna vluchtte Jotam voor de wraak van zijn broer Abimelech naar Beër.



Betekenis

Deze fabel van Jotam maakt duidelijk hoe het volk over zijn koning dacht.
Alleen de minst waardevolle kandidaat werd uiteindelijk koning.