Inhoudstabel
…page…
Spreuken 30, 5-9: Niet teveel, niet te weinig
De tekst
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Elk woord van God is gelouterd door het vuur.
Hij is een schild voor wie bij Hem zijn toevlucht zoekt.
Aan zijn woorden mogen jullie niets toevoegen,
anders zal Hij jullie berispen
omdat jullie leugens verkopen.
God, twee dingen vraag ik van Je,
weiger me die niet, zolang ik leef:
Houd me ver van leugen en bedrog,
geef me geen armoede en ook geen rijkdom.
Laat me genieten van het brood dat mijn deel is,
zodat ik niet rijk word en Je ga verloochenen
en zeggen: `Wie is God?'.
Zodat ik niet arm word en ga stelen
en de naam van mijn God beledigen.
Stilstaan bij …
Rantsoen / deel
Dat wat ik nodig heb en dat God me geeft.
Bij de tekst
Betekenis
Zowel een leven in armoede als een leven in rijkdom kan een reden zijn om God uit het oog te verliezen. Daarom vraagt de wijze aan God dat Hij hem het nodige zou geven waarmee hij vrede kan hebben en vertrouwt hij erop dat God voldoende geeft om gelukkig te leven.
Gebed
Deze tekst is een deel van het enige gebed dat in het boek ‘Spreuken’ staat.
In Spreuken 30, 1 staat dat het om woorden gaat van een zekere Agur, de zoon van Jake, die uit Massa afkomstig was. Maar voor de rest is er niets over hem bekend.
In de Septuaginta (de Griekse vertaling van het Oude Testament) werd zijn naam zelfs weggelaten. Maar dat heeft er waarschijnlijk mee te maken dat de Septuaginta-vertaler het hele boek Spreuken aan koning Salomo wilde toeschrijven.