Loading...
 

VISSER

Visser

Wie?

Vissers in Galilea visten meestal in familieverband, met soms enkele knechten als extra hulp. ’s Nachts gingen ze met hun boot het meer op en gooiden van daaruit netten in het water. Dit was niet zonder gevaar omdat er ’s nachts vaak een storm opstak. Na een tijd trokken ze die netten vol vis terug in de boot. ’s Morgens vroeg kwamen ze aan wal en maakten de vis klaar voor verkoop. Overdag herstelden ze de netten en de boten.
Visvangst was heel belangrijk voor de mensen die rondom het Meer van Galilea woonden. Ze dreven handel zowel in eigen land als ver daarbuiten, tot in Rome toe.




Vissersgerei /Werktuigen

Vishaak van been of ijzer
Aan het meer van Galilea was het de gewoonte om te vissen met een snoer waar een angel / vishaak aan vastgemaakt was.

Speer
Men probeerde de vissen te steken met een speer of een harpoen, een soort speer met haken.

Netten
. Een werpnet was een rond net van ongeveer 4 m diameter, dat de visser met een zwaai over het water wierp vanaf de kust of vanaf een boot.
. een sleepnet dat achter een boot werd gesleept. Aan het net waren gewichten vastgemaakt zodat het verticaal in het water bleef hangen. Daarna werd het opgetrokken om de vis te kunnen vangen.



Visbedrijf

De grote hoeveelheden vis, die gevangen werd in het meer van Galilea, werden gedroogd, gerookt en gepekeld om langer te kunnen bewaren. Ze sloeg ze op in vaten en verzond ze naar Jeruzalem voor de grote pelgrimsfeesten en naar plaatsen over het hele Romeinse rijk tot in Rome. Zo schreef Flavius Josefus dat er vis uit Magdala verkocht werd op de markten in Rome.



Vissersboot

Na een grote droogte in Galilea, toen het waterpeil van het meer was gedaald met anderhalve meter, profiteerde de archeologische dienst van Israël ervan om opgravingen te doen in het vrijgekomen slib. Zij vonden er in 1986 twee visserssloepen, één van 6 en één van 8 meter lang, die ze dateerden rond het begin van de jaartelling. Het konden boten zijn uit de tijd dat Jezus en zijn leerlingen in Galilea waren. Opvallend was het dat die boten zeer laag van boord waren, dus niet geschikt om ermee op zee te varen, maar eerder op een kanaal.



Spreken met beelden

Vissers van mensen
De betekenis hiervan is niet: mensen ‘vangen’, maar mensen opvissen / opvangen uit hun eenzaamheid, hun armoede, hun ellende.
Hen redden / bevrijden uit het water van de zee, in de Bijbel vaak het symbool van ondergang, zonde en dood.





Bijbel

Oude Testament

De Israëlieten waren geen zeevaarders, dit lieten ze het liefst over aan de Tyriërs en Feniciërs. Daarom in het Oude Testament zo goed als niets over vissers te vinden.
Dat ze niet intensief bezig waren met visvangst is ook te merken aan het feit dat men in het Hebreeuws maar één woord kent voor vis, hoe groot of hoe klein die is.
Men verhandelde wel vis op de markt van Jeruzalem.



Nieuwe Testament

Matteüs 17, 27
“’Maar toch om hun geen aanstoot te geven: ga naar het meer, werp je haak uit en grijp de eerste vis die boven komt; maak zijn bek open en je zult een stater vinden. Betaal daarmee voor Mij en voor jou.’”
Lees meer



Matteüs 4, 18
“Eens toen Jezus bij het meer van Galilea was, zag Hij twee broers, Simon die Petrus wordt genoemd en zijn broer Andreas, bezig met het net uit te werpen in het meer, want ze waren vissers.”
Lees meer



Johannes 21, 6
“Toen zei Jezus: ‘Werp het net uit rechts van de boot, daar zul je iets vangen.’ Nadat ze dit gedaan hadden, konden ze het net niet meer ophalen omdat er zoveel vissen waren.”
Lees meer