Loading...
 

Exodus 12, 37-42

2 Kameel

(Morguefile free stock photo license)


…page…

Exodus 12, 37-42: Ongedesemd brood

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 101)

De Israëlieten gingen lopend op weg. Ze gingen van de stad Rameses naar de stad Sukkot. Ze waren met ongeveer 600.000 mensen, de vrouwen en kinderen niet meegeteld. Er ging ook een grote groep vreemdelingen mee, en verder nog heel veel schapen, geiten en koeien. De mensen bakten onderweg brood van het deeg dat ze meegenomen hadden, brood zonder gist. Want ze hadden in Egypte geen eten voor onderweg klaargemaakt, zo snel waren ze vertrokken.
De Israëlieten hadden 430 jaar in Egypte gewoond. Precies na 430 jaar gingen alle stammen van Israël het land uit. Die nacht waakte de Heer over hen. Hij bracht hen veilig weg uit Egypte.
Daarom blijven de Israëlieten nog altijd wakker in deze nacht, ter ere van de Heer.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

De Israëlieten vertrokken vanuit Raämses in de richting van Sukkot.
Ze liepen ongeveer met zeshonderdduizend man
- de kinderen niet meegerekend.
Ook vele anderen trokken met hen mee
en ook grote kudden kleinvee en runderen.
Zij bakten ongezuurde koeken van het deeg
dat ze meegenomen hadden uit Egypte.
Dit was nog niet gezuurd,
Want ze waren uit Egypte weggejaagd
zonder dat ze tijd kregen om voor proviand te zorgen.

De Israëlieten hadden vierhonderddertig jaar verbleven in Egypte
Juist op de dag dat deze vierhonderddertig jaar voorbij waren
trokken ze weg uit dat land.
God waakte die nacht om hen uit Egypte weg te voeren.
Daarom waken alle Israëlieten deze nacht voor God,
elke generatie opnieuw.



Stilstaan bij …

Raämses
De stad Raämses werd gebouwd op de ruïnes van een strategisch gelegen havenplaats aan de Middellandse Zee, op ongeveer 96 km ten noordoosten van Caïro.

Sukkot
In de Bijbel zou Sukkot dezelfde plaats zijn als Pittom, plaatsen die lagen in de oostelijke Nijldelta in Egypte.

Egypte
Land dat gelegen is rond de benedenloop van de Nijl. De koningen van Egypte werden in de oudheid 'Farao' genoemd. Toen Mozes leefde zagen de farao's de Hebreeën als gevaar voor hun land.





Bij de tekst

Het feest van de ongedesemde broden

Dit feest is een typisch landbouwersfeest, dat men begon te vieren na de intocht in Kanaän. Het werd gevierd bij het begin van de eerste oogst van het jaar (de gerst-oogst)
Bij het begin van de oogst at men zeven dagen lang vers brood, dat gemaakt werd van het nieuwe graan, zonder gist of zuurdeeg , d.w.z. zonder iets te gebruiken van de oude oogst.

Dit feest werd in verband gebracht met de Uittocht uit Egypte, omdat het gevierd werd in de maand waarin de Israëlieten uit Egypte wegtrokken.
Het verhaal zelf geeft een andere verklaring: men had de tijd niet het brood te laten rijzen omdat men hals over kop het land moest verlaten.