Loading...
 

Stefanus, de diaken

Stefanus

Wie was hij?

Stefanus was wellicht een jood die Grieks sprak, een wereldtaal in de tijd van de eerste christenen. Dat doet zijn Griekse naam vermoeden.
Hij was de eerste diaken van de zeven die werden aangesteld door de apostelen om de aalmoezen eerlijk te verdelen onder de weduwen. Hierdoor konden de apostelen zich concentreren op preken en lesgeven en tijd vrij krijgen om te bidden.
Hij stierf in Jeruzalem door steniging (jaar 35) omdat hij de hogepriester en de hoge Raad ervan beschuldigde de Messias te hebben vermoord. Paulus was op die steniging aanwezig toen hij zelf nog geen christen was.




De naam Stefanus

De Griekse naam Stephanos betekent: erekrans, of kroon. Zo'n krans ontvingen winnaars van wedstrijden en spelen in de oudheid. Het was een teken dat zij door de goden waren begunstigd.
In het Hebreeuws zou dit woord 'norm' of 'regel' betekenen.
De naam Stefanus komt in vele talen voor:

Spaans: Esteban, Estévan,
Frans: Etienne, Etiennette, Stephanie
Italiaans: Stefano
Duits: Stephan
Engels: Stephen, Steve
Nederlands: Stefaan, Steven, Stef


De volgende namen werden afgeleid van Stefanus: Fane, Stefan, Steffie, Stephani, Stevo, Fania, Fanie, Faniëlla, Stee, Steffie, Steffina.



Een heilige

Stefanus wordt als heilige gevierd op 26 december, de dag na Kerstmis, de dag waarop de geboorte van Jezus gevierd wordt.
Het lijkt alsof de Kerk niet te lang wil dromen bij de geboorte van een kind, door de dag nadien al te confronteren met een marteldood als gevolg van de keuze voor Jezus.





Het boek Handelingen over Stefanus

Dichter bij de tijd

(Bewerking C. Leterme - naar Handelingen 6, 1-15; 7,1-60)

Er zijn steeds meer christenen
De leerlingen van Jezus werden steeds talrijker.

Op een dag begonnen de christenen die Grieks spraken te mopperen:
- De weduwen uit onze groep worden gediscrimineerd.
Weduwen die Hebreeuws spreken
krijgen ieder keer voorrang als er hulp geboden wordt.
Toen de apostelen dat hoorden,
riepen ze de leerlingen bijeen en zeiden:
- We zijn zelf heel de tijd bezig met het helpen van mensen in nood,
zodat we geen tijd meer hebben
om het woord van God te verkondigen.
Broeders, willen jullie eens uitkijken naar zeven personen,
goede mensen, vol van de Geest en van wijsheid.
Wij zouden willen dat ze mensen in nood helpen
zodat wij meer tijd krijgen
om te bidden en het woord van God te verkondigen.

De leerlingen gingen op zoek naar zeven goede mensen.
Zij kozen Stefanus, een gelovig man vol enthousiasme,
Filippus, Prochorus, Nikanor, Timon, Parmenas en Nikolaüs,
iemand uit Antiochië die zich tot het jodendom bekeerde.
Ze stelden hen voor aan de apostelen.
Die legden hun de handen op nadat ze gebeden hadden.


Stefanus wordt aangeklaagd
Stefanus, de eerste van de zeven nieuwe diakens,
verrichtte grote wonderen onder de mensen.
Sommige leden van de Synagoge begonnen met hem te discussiëren.
Maar ze konden niet op tegen de wijsheid waarmee hij sprak.
Daarna zeiden die tegen enkele mannen:
- Zeg tegen iedereen
dat jullie hem hoorden spreken tegen Mozes en God.

Zo werden leugens onder de mensen verspreid.
Stefanus werd na een tijd gearresteerd en voor het gerecht gebracht.
Daar riep men valse getuigen op die zeiden:
- Die man preekt de hele tijd tegen Jeruzalem en de wet.
Zo hebben wij hem horen zeggen dat Jezus de tempel zal afbreken
en dat hij de wet van Mozes zal veranderen.
Iedereen in het Sanhedrin keek naar Stefanus.
Zijn gezicht leek op dat van een engel.
- Is dat allemaal waar? vroeg de hogepriester.


Stefanus spreekt
- Broeders, vaders, luister, zei Stefanus.
God verscheen aan onze vader Abraham en zei:
“Trek weg uit uw land en uw familie
en kom naar het land dat Ik u zal wijzen.”
Daarop trok Abraham weg en verhuisde naar het land,
waar u nu woont.
God zei: “Uw nakomelingen
zullen als vreemdeling verblijven in een ander land,
men zal slaven van hen maken
en hen vierhonderd jaar lang slecht behandelen.
Daarna zullen zij wegtrekken en Mij op deze plaats vereren.”
Toen sloot God met Abraham een verbond.

Vele jaren later verkochten de stamvaders Jozef
aan kooplui uit Egypte.
Maar God redde hem uit zijn ellende.
Hij gaf hem wijsheid,
zodat de farao, de koning van Egypte, hem goedgezind was
en Jozef de leiding gaf over heel Egypte.
Toen kwam er een hongersnood in Egypte
en Kanaän en ons volk had niets meer te eten.
Jakob hoorde dat er in Egypte koren was.
Daarom stuurde hij zijn zonen daarheen.
De tweede keer dat ze gingen,
maakte Jozef zich aan zijn broers bekend.
Daarop liet Jozef zijn vader Jakob naar Egypte komen
met heel zijn familie.

De Israëlieten werden steeds talrijker
tot er in Egypte een farao aan de macht kwam,
die Jozef niet kende.
Die behandelde ons volk slecht.
Hij dwong onze pasgeboren kinderen te vondeling te leggen,
zodat ons volk zou uitsterven.
In die tijd werd Mozes geboren.
Drie maanden lang werd hij thuis verzorgd.
Maar toen hij te vondeling werd gelegd
nam een dochter van de farao hem mee.
Ze liet hem opvoeden als haar eigen zoon.
Mozes werd een machtig man in woord en daad.
Wanneer hij veertig jaar was,
trok hij zich het lot aan van zijn broeders, de Israëlieten.
Op een dag zag hij dat een van hen onrecht werd aangedaan.
Hij nam het voor hem op door de Egyptenaar te doden.
Mozes dacht dat zijn broeders zouden begrijpen
dat God hun door zijn hand zou redden,
maar zij begrepen het niet.
Toen Mozes de volgende dag zag
dat ze aan het vechten waren, zei hij:
- Maar jullie zijn toch broeders! Waarom doen jullie elkaar onrecht aan?
Maar de man die de ander onrecht deed, duwde hem weg en zei:
- Wie heeft jou tot leider en rechter over ons aangesteld?
Wil je mij soms ook doden,
zoals je gisteren die Egyptenaar hebt gedood?
Toen vluchtte Mozes naar het land Midjan.
Daar kreeg hij twee zonen.
Veertig jaar later verscheen God hem
in het vuur van een brandende doornstruik.
God zei: “Ik ben de God van uw vaderen,
de God van Abraham, Isaak en Jakob.”
Mozes beefde van schrik.
- Doe je schoenen uit, zei God, want waar je staat is heilige grond.
Ik heb de slechte behandeling van mijn volk in Egypte gezien.
Ik heb hun zuchten gehoord, en Ik ben gekomen om hen te bevrijden.
Kom, Ik stuur je naar Egypte.
Die Mozes, die de Israëlieten hadden afgewezen
zond God nu als leider en bevrijder.
Mozes zei tegen de Israëlieten:
Uit je midden zal God een profeet laten opstaan zoals ik.
Hij kreeg woorden van leven om ze aan ons te geven,
maar onze vaderen wilden niet luisteren naar hem.
Ze wezen hem af en keerden in gedachten terug naar Egypte.
En ze maakten een gouden kalf en brachten offers aan dat beeld.

Onze vaderen hadden in de woestijn de tabernakel,
waarin de ark van het verbond met God werd bewaard.
Die tent was gemaakt naar het model
dat een engel Mozes had laten zien.
Onze voorouders droegen de tabernakel het land binnen,
dat ze onder Jozua veroverden.
Toen David koning was,
wilde hij een heiligdom voor de God van Jakob.
Maar het is pas Salomo die een huis, een tempel voor God, bouwde.
Maar God kan niet wonen in iets wat door mensen gemaakt is.
Zegt de profeet niet:
'De hemel is mijn troon, en de aarde mijn voetbank.
Wat voor huis zou u voor Mij moeten bouwen? vraagt God,
''Welke plaats zou mijn rustplaats moeten zijn?
Heb Ik dat alles niet gemaakt?' ''

Broeders, wat zijn jullie toch blind en doof.
Altijd maar verzetten jullie zich tegen de Heilige Geest,
net als jullie vaderen.
Welke profeet hebben uw vaderen niet vervolgd?
Zij hebben de aankondigers van de rechtvaardige ter dood gebracht,
Jullie hebben Hemzelf verraden en vermoord.
Jullie, die de Wet kregen door tussenkomst van engelen,
maar die niet onderhouden.


Stefanus wordt gestenigd
Wanneer de mannen in het gerecht, het Sanhedrin dit hoorden,
waren ze diep gekwetst en woedend.
Maar Stefanus stond daar, vol van de Heilige Geest. Hij keek omhoog.
- Ik zie de hemelen open, zei hij,
en ik zie de Mensenzoon staan aan de rechterhand van God.
Maar niemand luisterde nog.
Ze begonnen luid te schreeuwen en stormden als één man op hem af.
Ze sleurden hem de stad uit en stenigden hem.
De getuigen gaven hun kleren in bewaring bij een jongeman,
die Saulus heette.
Dan stenigden ze Stefanus.
- Heer Jezus, ontvang mijn geest, bad hij.
Hij viel op zijn knieën.
- Heer, reken hun deze zonde niet aan.
Na deze woorden stierf hij.



De rede van Stefanus

Wanneer Stefanus wordt aangeklaagd, spreekt hij een verdedigingsrede uit, die eigenlijk een aanklacht is: ze heeft de vorm van een overzicht van de geschiedenis van Israël vanaf Abraham, waarbij Stefanus de klemtoon legt op de zorg van God voor zijn volk en de betrouwbaarheid van de beloften van God. Daartegenover staat het volk dat de leiders en de profeten die God zendt, miskent en doodt. Een triest hoogtepunt in het verzet tegen de Geest van God ziet Stefanus in de kruisdood van Jezus.


In zijn redevoering weerlegt Stefanus twee aanklachten:
- Je hebt geen respect voor de tempel
Stefanus toont aan dat de dienst van God niet gebonden is aan de tempel te Jeruzalem. Toen Mozes leefde was er ook geen tempel.
Hiermee geeft hij de betekenis van: 'Ik zal deze tempel afbreken'

- Je veracht de Wet
Stefanus zegt dat dit niet op hem, maar op zijn aanklagers van toepassing is, want als ze de Wet trouw waren, zouden ze Jezus wel erkennen als Hij die door Mozes voorspeld was.
Het joodse volk heeft God en zijn profeten vaak niet begrepen en afgewezen (oa. Jozef; Mozes). In die lijn brachten ze ook Jezus ter dood.


De terechtstelling van Stefanus door steniging was de start van de grote vervolging van de christenen te Jeruzalem en meteen ook het begin van de verspreiding van het christendom. Wat er toen gebeurde zou ook aan de basis kunnen liggen van de ommekeer in het leven van Paulus.





Stefanus en kunst

Attributen

Saint Stephen

Stefanus wordt vaak voorgesteld als een jonge man zonder baard en met vriendelijke gelaatstrekken. Dat hij een diaken was is te zien aan:
. de dalmatiek, de kledij van de diaken, die hij draagt.
. het evangelieboek in zijn hand, want als diaken mocht hij het evangelie voorlezen in de liturgie.


Hij is te herkennen aan
. stenen op zijn hoofd, in zijn handen, op zijn schouders of op zijn evangelieboek. Die verwijzen naar zijn dood door steniging.
. de palmtak in zijn hand verwijst naar zijn marteldood.

Stephanus





Weerspreuken

Is de wind stil met Sint Steven,
dan zal het jaar goede oogst geven.

Op Sint Stefaan:
sneeuw op de baan,
vuil om te gaan,
koud om te staan'





Overweging__

Paus Franciscus

Radicale navolging

(Bron: VIS/kro-ncrv.nl/katholieknieuws)

De paus benadrukte dat het martelaarschap van Stefanus het resultaat was van een radicale navolging van Christus. In de Handelingen van de Apostelen staat te lezen hoe Stefanus net als Jezus heeft gebeden voor de vergeving van zijn vervolgers. De oproep getuige te zijn van Jezus geldt ook voor ons. De Heer wil dat we van het leven een buitengewoon werk maken door middel van gewone gebaren, de gebaren van elke dag. Waar we ook wonen, in het gezin, op het werk, overal, zijn we geroepen om getuige te zijn van Jezus, al was het maar door het licht van een glimlach, een licht dat niet van ons is: het is dat van Jezus, en al was het maar om de schemeringen van gebabbel en roddels te ontvluchten. En als we iets verkeerds zien, dan - in plaats van kritiek te leveren, te roddelen en te klagen - bidden we voor wie verkeerd heeft gedaan en voor die moeilijke situatie. En als er thuis een ruzie ontstaat, laten we die ruzie dan proberen te ontkrachten in plaats van te streven naar het eigen kleine gelijk. Laten we altijd opnieuw beginnen en diegenen die ons beledigd hebben vergeven.

Het zijn maar kleine dingen, maar ze veranderen de geschiedenis, want ze openen de deur, ze openen het raam naar het licht van Jezus.
De Heilige Stefanus heeft, terwijl hij de stenen van de haat incasseerde, woorden van vergeving teruggegeven. Zo veranderde hij de geschiedenis. Ook wij kunnen elke dag het kwade in het goede veranderen, onderstreepte de paus.





Stefanus in 'bijbelin1000seconden.be'

Handelingen 6, 1-7: Stefanus wordt gekozen
Handelingen 7, 55-60: Stefanus wordt gestenigd