Loading...
 

TIMMERMAN

Timmerman

Wie?

Een timmerman is een vakman die beroepsmatig met houtbewerking bezig is.
Hij maakte houten voorwerpen voor het huis (deur, meubels, daken…) en de landbouw (ploegen, dorssleden …) en als scheepstimmerman bouwde hij nieuwe boten en / of herstelde die.

Dat men in de tijd van Jezus niet rijk werd van dit werk is af te leiden uit het feit dat toen Maria en Jozef Jezus in de tempel opdroegen, een koppel tortels (Lucas 2, 24) offerden, zoals de Wet voorschreef voor de armen (Leviticus 12, 8).



Werktuigen

Jesaja 44, 13a
“De timmerman bepaalt de maten van het beeld en tekent het uit met de stift; dan bewerkt hij het hout met de beitel en gaat alles na met de passer.”

Handwerkers in hout gebruikten: bijlen en zagen, de schaaf, de passer, het zinklood, het waterpas …



Een boot uit de tijd van Jezus

Na een grote droogte in Galilea, toen het waterpeil van het meer anderhalve meter was gedaald, ontdekten in 1986 de broers Moshe en Yuval Lufan, vissers uit kibboets Ginosar ten noorden van Tiberias aan het Meer van Galilea een vissersboot. Op basis van aardewerk (olielamp en kookpot) en spijkers die gevonden werden, de koolstofdatering en bouwtechniek van de romp, zou de boot zijn uit de eerste eeuw na Christus en geeft een idee van de boten die gebruikt werd in de tijd van Jezus.

C.Leterme Israël 2012 DSC08462

Foto © Chantal Leterme (Israël - 2012)


De boot is 8 m lang en 2,3 m breed. Hij heeft een platte bodem, ideaal om dicht bij de oever te vissen. Hij was voorzien van een mast en een zeil, maar kon ook door vier roeiers voortbewogen worden. Onder het brede achterdek bevond zich een grote ruimte waarin de vissersnetten konden opgeborgen worden.
Het geraamte van de boot bestond uit eikenhout van de berg Tabor, de bekleding uit planken van cederhout. Omdat het vaartuig heel lang dienst moest doen, herstelden de eigenaars het met hout dat ze her en der vonden. Men vond in de herstellingen wel twaalf verschillende houtsoorten terug: wilg, aleppoden, judasboom, vijgenboom enz.





Bijbel

Jezus, een timmerman?

Marcus 6, 3
“'Is die Jezus niet de timmerman, de zoon van Maria en de broer van Jakobus, Josef, Juda en Simon?' 'En wonen zijn zussen niet hier bij ons?’”
Lees meer

Matteüs 13, 55
“Is Hij niet de zoon van de timmerman? Heten zijn moeder niet Maria en zijn broers Jakobus, Jozef, Simon en Judas? Wonen zijn zusters niet allemaal bij ons?”
Lees meer


Marcus maakte in zijn evangelie het beroep van Jezus bekend: timmerman. Maar in de gelijkaardige tekst bij Matteüs, die later in de tijd gedateerd wordt, wordt Jezus de ‘zoon van de timmerman’ genoemd. Wellicht vond Matteüs dat meer in de lijn van de waardigheid van Jezus.
Of waren ze alletwee timmerman?