Loading...
 

TIMNA

Tel Batash

TIMNA

Foto: Wikimedia Commons


…page…

Eerste kennismaking

Waar?

Als Timna het huidige Tel Batash is, dan lag die stad strategisch in de Sorekvallei, een van de grootste en belangrijkste stroomgebieden in de heuvels van Judea. In de Bijbel vormde die vallei de grens tussen het gebied van de Filistijnen en de Stam van Dan (Israëlieten).

Timna is in de Bijbel bekend als de Filistijnse stad waar de vrouw van Simson van afkomstig was.



Betekenis van de naam

De naam 'Timna' betekent: toewijzing, wat toegewezen is.



Geschiedenis

De eerste nederzetting op die plaats werd gesticht in de Midden-Bronstijd, rond de 17e eeuw voor Christus.

In de 15e-13e eeuw groeide de vestiging tot een bloeiende Kanaänitische stad met verschillende grote gebouwen.

De plaats werd verschillende keren verwoest en verlaten, maar telkens weer opgebouwd.

In de Perzische periode en daarna was op die plaats wellicht nog een kleine nederzetting.



Actuele situatie

Men vermoedt dat Tel Batash (Tell Butashi) het vroegere Timna is. Archeologen deden er opgravingen tussen 1977 en 1989.
De naam ‘Timna’ leeft verder in de plaats die nu bekend staat als Khirbet Tibna, een paar kilometer van Tell Butashi.





Wetenswaardigheden

Druiven

Rond 2010 hebben archeologen een 1400 jaar oude wijnpers opgegraven in de Sorekvallei. Die pers werd in de laat-Byzantijnse periode, de zesde / zevende eeuw na Christus, gebruikt om wijn te produceren. De enorme grootte ervan (6,5 m op 16,5 m) doet veronderstellen dat de wijn die er geproduceerd werd, ook bedoeld was voor export (Egypte? Europa?).



Olijven

In Timna werd een volledige installatie uit de zevende eeuw voor Christus gevonden om olijfolie te maken. Dit doet vermoeden dat olijfolie niet alleen geproduceerd werd in Ekron, in die tijd de grootste olijfolieproducent die uit de oudheid bekend is, maar ook in het nabijgelegen Timna.



Simson

Simson uit de stam Dan, was afkomstig van Sora, een plaats in de Sorekvalei. Hij werd een rechter van Israël, vooral bekend om zijn strijd tegen de Filistijnen.
Tegen de zin van zijn ouders huwde hij met een Filistijns meisje in Timna.

Later ontmoette hij de Filistijnse Delila die het geheim van zijn grote kracht wilde kennen. Uiteindelijk vertelde hij haar dat zijn kracht zat in zijn haar dat nooit geknipt werd. Daarop liet Delila de haren van zijn hoofd afscheren toen hij sliep en werd hij overmeesterd door de Filistijnen.
Toen die een offerfeest organiseerden in de tempel van Dagon ter ere van de vangst van Simson werd hij geroepen om de massa te vermaken. Maar omdat zijn haar intussen terug was gegroeid, kon hij twee tempelpilaren omverwerpen. Hierdoor stortte de tempel in zodat duizenden Filistijnen samen met hem stierven.


Lees meer over Simson:
Rechters 13, 1-7: God belooft een zoon
Rechters 14-15: Simson en zijn vrouw
Rechters 16: Simson en Delila



Bijbel

Oude Testament

__Genesis 38, 12
“Geruime tijd later stierf Juda's vrouw Batsua. Toen de rouwtijd voorbij was, ging Juda eens naar Timna op bezoek bij de scheerders van zijn schapen, samen met zijn vriend Chira, uit Adullam.”



Jozua 15, 5-11
“De oostgrens wordt gevormd door de Zoutzee tot aan de monding van de Jordaan. Aan de noordzijde begint de grens bij de landtong die in de zee uitsteekt bij de monding van de Jordaan; ze loopt dan omhoog naar Bet-chogla, dan noordelijk om Bethaaraba, naar de rots van Bohan, die zoon van Ruben; vervolgens loopt de grens vanuit het Achordal naar Debir, buigt naar het noorden, naar Gilgal bij de pas van Adummim ten zuiden van de beek, loopt dan verder naar het water van En-semes en mondt uit bij En-rogel; vervolgens loopt de grens door het Hinnomdal langs de zuidzijde van de heuvelrug van de Jebusieten, waar Jeruzalem ligt, dan naar de top van de berg die ten westen van het Hinnomdal ligt en het dal van de Refaieten aan de noordkant afsluit; van de top van de berg buigt ze naar de bron van het Water van Neftoach en komt uit bij de steden in het gebergte van Efron; vervolgens buigt de grens naar Baäla of Kirjat-jearim, draait van Baäla naar het Seirgebergte, loopt noordelijk langs de bergrug van Jearim of Kesalon, daalt dan naar Bet-semes en loopt verder naar Timna; dan komt de grens uit aan de noordkant van de bergrug van Ekron, buigt naar Sikkaron, loopt door naar de berg van Baäla, komt uit bij Jabneel en eindigt aan de zee.”

Timna wordt genoemd in deze beschrijving van de oostgrens van het gebied van Juda, de vierde zoon van Jakob en Lea, en stamvader van de stam Juda. Van de twaalf stammen was die stam de belangrijkste in de geschiedenis van Israël.
Het woord ‘Jood’ is afgeleid van de naam Juda.



Rechters 14, 1-2
“Eens ging Simson naar Timna en hij zag daar een Filistijns meisje. Bij zijn thuiskomst vertelde hij aan zijn ouders: `Ik heb in Timna een Filistijns meisje gezien; neem haar voor mij als vrouw.'”

Lees meer

De ouders van Simson waren gekant tegen dit huwelijk, omdat het een Filistijns meisje was dat niet tot dezelfde godsdienst behoorde als zij.



Rechters 14, 5
"Zo ging Simson met zijn ouders naar Timna. Toen hij bij de wijngaarden van Timna was, kwam er een jonge leeuw brullend op hem af."

Lees meer

Simson werd verliefd op een Filistijnse vrouw in Timna. Toen hij naar haar toe ging, doodde hij een leeuw in de buurt van de wijngaarden van Timna. Later vond hij in het karkas van die leeuw een zwerm bijen en honing toen hij op weg was naar zijn huwelijk met de Filistijnse vrouw. Dit was de aanleiding voor een raadsel, het mislukken van de bruiloft en verschillende gewelddaden.

In Timna werden druiven geproduceerd om er wijn van te maken. Een grote opgegraven wijnpers doet vermoeden dat die wijn ook voor de export bedoeld was.