Loading...
 

Woensdag in de eerste week van de advent

1 Michael Skopal EEsEnhvT2 O Unsplash

Foto van Michael Skopal in Unsplash



Rode draad in de lezingen
De vele gezichten van vrede: niemand heeft nog honger.


Jesaja 25, 6-10aVoor Jesaja is een maaltijd hét beeld om de volheid van leven en geluk weer te geven. Op die maaltijd wordt iedereen uitgenodigd.
Psalm 122De schrijver van psalm 23 is getroffen door de zorg van een herder voor zijn schapen: de herder zorgt ervoor dat de kudde kan rusten en te eten krijgt.
Matteüs 8, 5-11Ook Jezus richt een maaltijd aan. Iedereen is er welkom: mensen die verlamd zijn, blind, stom, ook gezonde mensen.



Extra
. Verhaal van de dag

Inspirerend

(C. LETERME, Parels van verhalen, Averbode 2019, p. 173)

‘Kinderen, jullie mogen elk een papiertje trekken,’ zei meester Vic.
‘Wie een papiertje heeft met een getal tussen 1 tot 10 mag in de klas.’
Die kinderen mochten aan een mooi versierde tafel zitten
vol koffiekoeken, fruitsap en lekkere dingen.
Daarna mochten de kinderen met een getal van 11 tot 30 de klas binnen.
Zij moesten aan twee tafels zitten zonder tafellaken en versieringen,
met daarop een paar bekers, een kan water en wat gebroken koekjes.
Eén meisje werd boos. 'Dàt is niet eerlijk,' zei ze.
'Toch wel,’ zei iemand van de rijke tafel, ‘we trokken zelf ons getal.'

Maar aan de rijke tafel bleef Sarie in stomme verbazing zitten.
‘Meester, mogen we delen met de anderen?’
‘Jullie mogen doen wat jullie willen,’ zei de meester.
Daarop gaf Sarie enkele koffiekoeken aan de andere tafel.
‘Mogen we ook fruitsap geven?’ vroeg ze.
De meester zei niets. De anderen stonden al klaar met hun bekertjes.
Sarie schonk de bekers vol. Ze vergat zelfs haar eigen koeken te eten.
Stilaan gaf een tweede en een derde kind ook iets door.
Uiteindelijk had iedereen iets lekkers in de hand.

Toen vroeg meester Vic: ‘Weten jullie wat dit betekent?’
Niemand wist het!
'Wel zo gaat het eraan toe in de wereld.
Miljoenen mensen lijden honger terwijl een kleine groep erg rijk is.’
Ineens werden sommige kinderen wakker.
‘Meester, ik dacht ook al: zo dadelijk geef ik de anderen iets.’
‘Meester, ik wou ook iets geven, maar ik dacht dat dat niet mocht.’
‘Meester, ik dacht: ik zal maar niet veel eten, dan blijft er nog wat over.’
En Sarie … die zei niets, zich niet bewust van wat ze had gedaan.