Loading...
 

DANKEN

Danken 

Wat?

Wie iemand dankt, laat merken dat die het fijn vindt dat iemand iets goeds voor hem /haar deed.

Bij het danken is er altijd iemand die dankt, en iemand die bedankt wordt. Alle mensen komen in aanmerking om bedankt te worden. Maar naast mensen kan men ook God danken.



Dankgebed

Een dankgebed is een gebed waarbij men God dankt. Men kan God danken voor de natuur, de medemensen …. Men kan God ook danken voor het goede dat men ervaart, voor de kansen die men kreeg ...



Danken in de Bijbel

Psalm 147Het is heerlijk om voor God te zingen
Lucas 17, 11-19Een melaatse dankt Jezus
1 Korintiërs 1, 3-9Paulus dankt
1Timoteüs 2, 1-8Dank God






Suggesties

Grote kinderen

VERTELLEN

Het tweede ballonnetje

(Geïnspireerd door een verhaal van Godfried Bomans)

In een groot paleis leefde eens een koning die erg verdrietig was. Want voor de ingang van zijn paleis lag een draak. Telkens er iemand aanbelde, at één van de zeven koppen van de draak de bezoeker op.
Daarom blies de koning een ballonnetje op en hing er een briefje aan. Daarop stond: ‘Help! We kunnen niet meer buiten komen, want er ligt een draak voor de deur van het kasteel. De koning.’
Dit ballonnetje kwam op de binnenplaats van het kasteel van een ridder. De ridder las het briefje dat eraan vasthing, trok zijn harnas aan en reed naar zijn opa en oma. Toen die vernamen dat de ridder een draak wilde verslaan, zochten ze overal in huis naar stokken om de draak te verslaan en gaven die aan de ridder.
De ridder draafde op zijn paard. Bij het paleis wuifde de dochter van de koning uit één van de torenkamers. ‘Volhouden!’ riep de ridder, ‘Ik zal de draak verslaan.’ Hij sloeg het monster neer. Zodra de draak dood was, deed de koning de deur van het kasteel open. ‘Heel veel dank,’ zei hij, ‘dat zal ik niet vlug vergeten.’ Een tijd later trouwde de prinses met de ridder.
Toen kwam er een tweede ballonnetje met een briefje aan. Daarop stond: ‘Vergeet je opa en oma niet.’ De koning glimlachte toen hij de ridder met het briefje zag en zei: ‘Dankbaar zijn wordt nogal eens vergeten!’ Daar had de koning gelijk in, want de ridder was zijn opa en oma totaal vergeten. Hij reed er met zijn paard snel naartoe en zei dat ze elke donderdag mochten mee eten in het kasteel bij de ridder.




Even testen
Maak gebruik van dit werkblad


Correctiesleutel
1e ballon: HELP, een draak wil mij doden.
2e ballon: DANK oma en opa.




Bespreek
- Wat denk je ervan dat de koning een extra briefje schreef?
- Hoe zou het komen dat mensen al eens vergeten elkaar te danken?
- Waarvoor zijn jullie je opa en oma dankbaar?




Stellingenspel: Waar of niet waar

Een draak voor het kasteel van de koning eet alle bezoekers opof een monster neemt alle bezoekers van de koning mee naar zee.
De koning schrijft: ‘Kom, want de prinses wil haar verjaardag vieren.’Of hij schrijft: ‘Help, we kunnen niet meer buiten komen.’
De ridder die het briefje vond … stuurde een sms naar zijn oudersof hij reed naar zijn oma en opa.
De opa en oma van de ridder gaven de ridder stokken om de draak mee te verslaanof ze gaven hem eten zodat hij sterk werd om de draak te verslaan.
Toen de ridder de draak verslagen had dankte de koning hemof . lachte de prinses naar de prins.
De ridder kreeg een tweede ballon waarop stond: ‘Vergeet je opa en oma niet.’Of een ballon waarop stond: ‘Vergeet de draak niet.’
Vanaf die dag zag de ridder zijn opa en oma niet meer terug.Of nodigde de ridder zijn opa en oma elke donderdag bij hem uit op het kasteel.



Correctiesleutel
Dit is waar:
Een draak voor het kasteel van de koning eet alle bezoekers op.
De koning schrijft: ‘Help, we kunnen niet meer buiten komen.’
De ridder die het briefje vond reed naar zijn oma en opa.
De opa en oma van de ridder gaven de ridder stokken om de draak mee te verslaan.
Toen de ridder de draak verslagen had dankte de koning hem.
De ridder kreeg een tweede ballon. Daarop stond: ‘Vergeet je opa en oma niet.’
Vanaf die dag heeft de ridder zijn opa en oma elke donderdag bij hem op het kasteel uitgenodigd.




Schuifraadsel
Maak gebruik van dit werkblad




Activiteit
Bezorg elk kind een wit blad. Daarop schrijven ze waarom ze hun opa en oma dankbaar zijn. Daarna plooien ze het blad tot een klein pakje, dat ze met plaklint dichtmaken. Op de voorkant schrijven ze voor wie het pakje bestemd is. (Bijvoorbeeld: Voor de opa van Oliver, voor de omi en opi van Sarie.)

Blaas de ballonnen op, op de dag waarop de grootouders op school uitgenodigd worden. Maak aan elke ballon een briefje van de kinderen vast met een touwtje. De kinderen geven de ballon met hun briefje aan hun grootouders.





De oude moslim

(C. LETERME, Parels van verhalen, uitgeverij Averbode 2019, p. 202)

Een oude moslim zat zwijgend langs de straat.
Hij was mager.
Zijn kleren waren bijna zo oud als hij was.
Een gebedssnoer gleed door zijn vingers.

‘Hé meneer, verveel jij je niet?’
De oude man keek omhoog. ‘Nee hoor,
Ik verveel me helemaal niet. Ik dank God.’
‘God danken? Waarvoor dan wel?’

(Pauzeer even. De kinderen bedenken luidop waarvoor die oude arme moslim God zou kunnen danken. Vertel dan verder)

‘Ik dank God omdat de zon mij verwarmt.
Ik dank God voor de blauwe hemel
en het water van de rivier.
Ik dank God voor het prachtige lied van de vogels.

Ik dank God voor de eieren
die de kippen leggen.
Ik dank God omdat ik gelukkig ben.
Ik dank God omdat Hij steeds bij mij is.’

Naar een islamitisch verhaal


Bespreek
- Komt het vervolg van dit verhaal overeen met wat jullie zelf vonden?
- Wat was hetzelfde? Wat was verschillend?
- Zou jij God ook danken als je in de dezelfde situatie was als deze moslim?

De kinderen maken zelf een dankgebed voor God. Net als de oude moslim beginnen ze elke zin met: Ik dank God …




TIP
Maak een aantal groepen in de klas. Elk van die groepen dankt God voor iets anders. Je kunt groepen maken die God bijvoorbeeld danken voor:
. de natuur
. wat mensen doen
. wat mensen meemaken
. Jezus, God
. voor eigen talenten
. …
Verwerk nadien alle inbreng in één gebed.





DOEN

De ‘dankjewelpostkaart’

Materiaal
Voor elk kind: twee tekenbladen, ongeveer de grootte van een postkaart.
Kleurpotloden; stiften en/of wasco's

Verloop
Nadat je verteld hebt over de dankbare de melaatse Samaritaan, nodig je de kinderen uit om uit te zoeken wie voor hen de twee personen zijn die ze erg graag willen danken.
Ze maken een tekening van die persoon en schrijven erbij waarom ze die persoon willen danken.



Iemand in de bloemen zetten


Bloemenkrans

Kopieer deze bloemenkrans, zodat kinderen in het midden ervan de namen kunnen schrijven van mensen die ze voor het voorbije schooljaar willen danken.

Creatiever is het dat kinderen zelf bloemen tekenen, die ze uitknippen en in een grote kring op een blad schikken en daarna op kleven. In het midden van die bloemen schrijven ze de namen van de mensen die ze dankbaar zijn.



Een ‘dankplaat’

Plaats deze foto op een centrale plaats, of teken die over.

Christopher Beloch P2fBIamIbQk Unsplash (detail)

Daarrond schikken kinderen de ‘rode hartjesballonnen’ (De kinderen knippen hartjes uit rood papier – onderaan elk hartje komt een draadje).
Daarop schrijven ze voor wie ze dankbaar zijn en eventueel ook waarom ze die persoon dankbaar zijn.



Creatieve cadeautjes

Een keivoor wie keitof is!
Een muntplantjevoor iemand die uit-munt-end is!
Een schoenlepelvoor wie stevig in zijn / haar schoenen moet staan!






SPELENDERWIJS

Ik wil danken ….

Inspireer je aan: ‘Ik ga op vakantie en neem mee’. Wie begint noemt een voorwerp dat mee gaat op vakantie, de tweede herhaalt het eerste voorwerp en voegt er het zijne aan toe. De derde noemt het eerste voorwerp, het tweede voorwerp en voegt er het derde aan toe.

De nieuwe startzin wordt:
‘Het schooljaar loopt op zijn einde en ik wil danken: …………..
(Bijvoorbeeld:
Mijn juf, die …
de poetsvrouwen, die
mijn vriendin, die …
mijn papa, die …)





BIDDEN

Bij Franciscus

Inleiding
Lang geleden zei men: ‘Al wat je in de natuur waarneemt, kun je herleiden tot vier belangrijke elementen: WATER, LUCHT, VUUR, AARDE.’




Bespreek
- Waarom zou water belangrijk zijn?
- En lucht? - En vuur? - En aarde?
(Zonder de lucht die we inademen sterven we. Zonder water kunnen we niet leven. Aarde geeft voedsel. Vuur geeft licht en warmte. Zo zorgen die elementen voor leven op aarde)




Franciscus van Assisi bidt
Omdat christenen geloven dat God hemel en aarde geschapen heeft, dankte Franciscus God daarvoor in een lied met de volgende woorden:

Ik juich U toe, mijn Heer, om broeder wind
en om de lucht, en om bewolkt en helder en alle soorten weer.
Door hen kunnen uw schepselen leven.

Ik juich U toe, mijn Heer, om zuster water.
Ze is heel nuttig en nederig en kostbaar en net.

Ik juich U toe, mijn Heer, om broeder vuur
door wie U de nacht verlicht.
Hij is mooi en speels en onstuimig en sterk.

Ik juich U toe, mijn Heer, om zuster onze moeder aarde,
die ons leven geeft en voor ons zorgt,
en verschillende vruchten geeft
met kleurrijke bloemen en kruiden.




Bespreek
- Waarvoor juicht Franciscus God toe?
- Hoe maakte hij duidelijk dat hij verbonden was met lucht, water, vuur en aarde?
(Hij noemt ze ‘broer’ of ‘zus’)




Activiteit
Verdeel de groep kinderen in acht groepjes.
Vier groepjes met kinderen die graag tekenen / schilderen, krijgen de kans om elk één van de vier elementen op een A4-blad weer te geven met kleur en/of een tekening. (Bijvoorbeeld: water: donkerblauw; vuur: oranje, geel, rood; lucht: lichtblauw; aarde: bruin, groen)

De andere vier groepjes danken God met eigen woorden voor water, lucht, aarde of vuur. Zij kunnen zich hiervoor inspireren op het gebed van Franciscus en beginnen elk onderdeel van hun gebed met: God, wij danken U voor …
Deze tekst schrijven ze met een alcohol-stift op een transparant blad dat ze nadien leggen op de gekleurde/getekende bladen van de andere groepen.




Ritueel
Leg de vier gekleurde bladen in het midden van de kring kinderen. De kinderen die een tekst schreven, lezen die voor en leggen daarna de transparant op het passende gekleurde blad.
Beluister het lied Laudato si zoals het in Taizé gezongen wordt.




Gebed
God onze Vader,
Schepper van hemel en aarde,

Wij danken U omdat U ons lucht geeft om te ademen,
om de wind die onze haren in de lucht waait
en molens doet bewegen die elektriciteit geven.

Wij danken U voor het vuur dat ons verwarmt,
Voor het vuur waarmee we eten kunnen klaarmaken
en licht brengen waar het donker is.

Wij danken U om het water,
waarin we kunnen spelen en zwemmen,
waarmee we kunnen schoon maken en onze dorst lessen.

Wij danken U om de aarde,
die ons prachtige bloemen geeft
en ook eten om van te leven: groenten en fruit.



Tijdens de week van de grootouders

God onze Vader,
we hebben niet alleen een papa en een mama
maar ook grootouders die veel van ons houden.
Dat vinden we heel fijn.
Daarom willen we hen danken met een briefje
en U willen we ook danken
omdat ze zo lief voor ons zijn.
Amen.



Op het einde van een dag

Geef alle kinderen de kans om te zeggen waarvoor ze op het einde van de dag dankbaar zijn. Noteer dat op een lijst die je elke dag aanvult. Hang die lijst op een zichtbare plaats.



Op het einde van een schooljaar

God onze Vader,
het schooljaar is bijna voorbij.
We willen Je danken
voor alle mensen
die het voorbije jaar gekleurd hebben:

onze juffen en meesters
die ons van alles hebben geleerd,
onze vrienden
waarmee we fijn speelden,
onze papa's en mama's
die voor ons zorgden
onze grootouders
voor wie niets teveel was.

Samen met hen allen
willen we verder werken
aan een wereld
waarin het goed is voor iedereen.



Gebed van een oude moslim

Ik dank God omdat de zon me verwarmt.
Ik dank God voor de blauwe hemel
en het water van de rivier.
Ik dank God voor het prachtige lied van de vogels.

Ik dank God voor de eieren
die de kippen leggen.
Ik dank God omdat ik gelukkig ben.
Ik dank God omdat Hij steeds bij me is.





Overwegingen

K. Janssen

Onderschat?

(K. JANSSEN in Kerknet.be 9 januari 2022)

Een van de meest onderschatte woorden in onze taal is beslist ‘dankjewel’. Want als je het echt gemeend zegt, maakt het een wereld van verschil.
Als iemand in de winkel met zorg een cadeautje voor je inpakt. Als de buschauffeur je attent maakt op de halte die je niet kent en waar je moet uitstappen. Als je huisgenoot het lekkerste chocolaatje naast jouw bord schuift. Als de voetganger bij het zebrapad teken doet dat jij met je fiets mag doorrijden en dat hij wel zal wachten. Als iemand waar dan ook de deur voor je openhoudt. Als iemand je een lief fotootje appt dat haar aan jou doet denken. Als iemand je vraagt hoe het nu gaat over iets dat je maanden geleden verteld hebt. Als iemand weet dat je ergens tegenop ziet en dat van je overneemt of je ermee helpt.
Al die dingen zijn niet vanzelfsprekend. Als de ander zelf te veel aan zijn of haar hoofd heeft, zal het hem of haar ontgaan. Attent zijn lijkt simpel, maar het vraagt een continue stroom van goedwillende aandacht naar iedereen om je heen. Iets om terecht dankbaar voor te zijn.
Als er een bedankje volgt op een vriendelijk gebaar, gaat er heel even iets gloeien. Een seconde lang ervaren we dan hoe eenvoudig het kan zijn om van mens tot mens met elkaar om te gaan. We vragen ons plots af waar al die vreselijke misverstanden vandaan komen. Als we die directe verbondenheid van ‘ik ben blij dat jij rekening houdt met mij’ eens zouden kunnen vasthouden, langer en voor meer issues. Dan zou er vast hier en daar iets veranderen. Een paar problemen zouden opgelost raken. Een hoop wantrouwen zou smelten.
En het hoeft niet eens altijd met woorden. Een dankbare glimlach, even wuiven naar de automobilist die je laat oversteken, het laat de zon schijnen op zelfs de donkerste dag van het jaar.
God heeft ons inderdaad wonderlijk gemaakt. Er is niet veel nodig om elkaar het leven zuur te maken. Maar er is nog minder nodig om elkaars hart te laten oplichten. Een vleugje dankbaarheid volstaat.





Ruth

De laatste opdracht

(Ruth in Leeftocht jaargang 38 nr 10, juni 2023)

Net als elk jaar
maakt mijn hart een sprongetje
wanneer ik hen zie zitten –
de ene klas laatstejaars na de andere,
bezig met de laatste opdracht
(en het is niet eens een moeilijke).

Ze staren uit het raam,
kauwen op een potlood,
en van zodra een idee landt,
zie je hun gezichten oplichten.
Enthousiast gieten ze in woorden
wie ze dankbaar zijn voor
de afgelopen jaren en waarom.

Wanneer ik ’s avonds in de zetel
door hun briefjes ga,
passeert iedereen de revue:
ouders, grootouders, leerkrachten,
maar ook die ene altijd vrolijke poetsman,
een atletiektrainster die niet alleen
op de piste aanmoedigde,
de man van de nachtwinkel
die in de examens steevast vroeg
hoe het was gegaan.

Ik heb geen potlood om op te kauwen
en buiten wordt het donker,
maar lang hoef ik niet na te denken
als ik mijn eigen briefje schrijf.
Dankbaarheid maakt je hart groter, zo blijkt,
ze passen er echt allemaal in.